Iris DeMent en haar echtgenoot, singer/songwriter Greg Brown, adopteerden in 2005 een meisje uit Siberië, die toen bijna zes jaar oud was. Dankzij die Russische dochter ging ze een bundel Russische poëzie lezen en kwam daar een paar gedichten tegen van Anna Akhmatova, die meteen een snaar beroerden, bijna letterlijk, want ze besloot vrijwel meteen om het gedicht Like a White Stone op muziek te zetten.

Vier jaar later had ze zeventien gedichten van Akhmatova omgetoverd tot liedjes en ging ze in haar huiskamer achter haar piano, met een paar bevriende musici, opnames maken. Ze wou haar dochter graag iets van haar land terug geven, zegt ze zelf, maar het gaat veel verder dan dat, want die gedichten sluiten wonderbaarlijk mooi aan bij alles wat DeMent eerder zelf heeft geschreven, maar de gedichten lijken nog een stuk extra diepgang op te leveren.

Het loont de moeite hier echt voor te gaan zitten, en naar de liedjes te luisteren met de teksten erbij, zodat goed tot je doordringt wat er gezongen wordt. Zoals bijvoorbeeld in Song About Songs, waarin deze verbluffende zinnen voorkomen:
Others will reap, I only sow.
When the triumphant scythers lay the grain low,
Bless them, O Lord!

DeMent zegt daar zelf over: “Om te beginnen, niemand zegt dat! Toen niet, nu niet. Maar daar staat het. ZIJ zegt het.”

Anna Akhmatova werd in 1889 geboren en overleed in 1969. Ze woonde het grootste deel van haar leven in St Petersburg, overleefde dertig jaar Stalin, twee wereldoorlogen en de gevangenneming en executie van veel vrienden en geliefden. Haar enige kind werd twee keer naar de Gulag gestuurd, alleen omdat hij de zoon van Anna Akhmatova was. In 1946 werd ze tot vijand van de staat verklaard omdat ze een slechte invloed op de Sovjetjeugd zou hebben. Daardoor verloor ze het kleine pensioen dat haar net overeind hield. Dankzij vrienden wist ze te overleven. Dat haar gedichten op zijn zachtst gezegd weemoedig zijn zul je dan wel begrijpen.

Iris DeMent zingt en speelt piano, Richard Bennett produceerde het album samen met DeMent en speelt gitaren, Jon Graboff speelt pedal steel en mandoline, Dave Jacques bas, Leo Kottke gitaar en Bryan Owings percussie. En dan zijn er nog wat gasten: een blazerstrio op Oh How Good: Chris Dunn en Bill Huber op trombone en Steve Herrman op flugel, Jim Hoke op B3 orgel op Song About Songs, Bo Ramsey elektrische gitaar op Soul’s of All My Dears, en tweede stemmen van Constie Brown, Leo Kottke, Greg Brown en Pieta Brown.

The Trackless Woods is een indrukwekkend groeiplaatje en een klein meesterwerkje, waarin zowel Anna Akhmatova als Iris DeMent volledig tot hun recht komen en je kunt horen dat één plus één soms heel veel meer is dan zomaar twee.

Luister hier naar een paar fragmenten: