Mean Mary heet eigenlijk Mary James, en ze kon al noten lezen voor ze kon lezen of schrijven. Ze heeft al zeventien albums opgenomen, maar dit is het eerste album dat ik van haar hoor, moet ik eerlijk bekennen, en ik hoor haar hier, op het album Alone, dat ze in haar eigen huisstudio in Nashville opnam, op zijn puurst, want je hoort inderdaad alleen Mary, met haar banjo of gitaar.

Ze blijkt nog veel meer muziekinstrumenten te kunnen bespelen, onder meer de fiddle, maar hier beperkt ze zich in tien zelfgeschreven liedjes (waarvan ze er vijf samen met haar moeder, schrijfster Jean James schreef) tot banjo, gitaar en stampende voeten.

Dat blijkt meer dan voldoende om de aandacht van begin tot eind vast te houden, want ze speelt werkelijk fenomenaal goed banjo, en haar liedjes zijn subliem, niet alleen de teksten zijn erg goed, ook de melodieën zijn goed. En ze heeft gevoel voor humor – zo wordt de klassieker Nine Pound Hammer hier een Nine Pound Banjo. Mean kan in het Engels “gemeen” maar ook “gewoon” betekenen, en voor allebei valt in het geval van Mean Mary wel wat te zeggen, want ze speelt een gemeen stukje banjo, maar ze speelt ook zonder poespas, gewoon recht voor zijn raap. Een heerlijk album, dat nieuwsgierig maakt naar alle voorgaande albums.

Luister hier naar een paar fragmenten: