Jazz wordt meestal vooral geassocieerd met improvisatie. Bij Free Jazz ging die improvisatie vaak alle kanten op, waardoor het voor veel luisteraars vaak lastig te volgen was. Heiner Stadler componeerde voor jazzmusici een aantal stukken waar wel degelijk op geïmproviseerd wordt, maar doordat de hand van de componist overal voelbaar blijft wordt het nergens chaotisch. Stadler komt uit Pruisen, studeerde piano en compositie in Hamburg maar woont sinds 1965 in New York. Je hoort niet alleen zijn klassieke, maar ook zijn Europese achtergrond terug in zijn composities.

Het is merkwaardige muziek die je hoort op Jazz Alchemy. Je kunt er nauwelijks op dansen maar het swingt als de neten, de pianist lijkt alle kanten op te schieten terwijl je voelt dat hij met vaste hand en heel exact speelt waardoor alles perfect klopt, de drummer drumt losjes en soepel maar tegelijk retestrak, en de bassist knort en moppert maar legt tegelijk een stuwende bodem, terwijl de trompettist onder meer een paar adembenemende duetten met zichzelf speelt (jawel, één trompettist op twee trompetten).

Dit is muziek waar je voor moet gaan zitten, want achtergrondmuziek is het zeker niet, maar wat echte aandacht doet wonderen, want je valt hier van de ene vrolijke verbazing in de andere. Na het beluisteren van dit album kon ik er weer een week tegen, zo werd ik er door opgepept. Je luistert eigenlijk naar drie verschillende soorten composities: zes stukken voor trompet, bas en drums, drie stukken (getiteld “problems”) voor piano en bas en drie “problems” voor piano solo. Ze zijn samengevoegd tot wat aanvoelt als één totaalcompositie. Levendig, intelligent, virtuoos, spannend, uitbundig en ingetogen. Een paar voorbeelden. Het snelle Self Portrait is vooral zeer prachtig vanwege de twee trompetten die tegen elkaar aanschuren, terwijl het ingetogen Brooding ongehoord spannend is doordat er met minimaal spel een maximum aan effect bereikt wordt. Magnifiek.