We hebben het hier regelmatig over de wereldmuziek van Nederlandse bodem, die vaak van absoluut internationale klasse is. Dat geldt zeker ook voor Belgische wereldmuziek. Ik heb voor Heaven een recensie geschreven voor de eerste cd van de band Va Fan Fahre (zie hieronder), en onze verwachtingen waren zeer hooggespannen voor het tweede album. We kunnen daar eigenlijk heel kort in zijn – dankzij onder meer een paar fenomenale gasten, maar zeker ook dankzij de band zelf, die nog hechter klinkt dan op het toch al buitengewoon sterke eerste album, is dit een absolute topper geworden, een mijlpaal.

De blaasmuziek vormt nog steeds de kern van de muziek, en ze weten nog steeds heel mooi eurojazz te combineren met balkan brass en fanfare. De blazersarrangementen zijn steeds perfect en mooi strak, dankzij een ijzersterke ritmesectie zijn de ritmes verrassend, maar zeer to the point, er wordt ontzettend lekker gezongen, zowel rauwe scats (in het eerste nummer, Mashki) als gepassioneerd oosters (door gastzanger Mahabub Khan, die mij finaal van de sokken zingt in het derde nummer Tikika Nakarame), en er wordt vooral met ontzettend veel aanstekelijk plezier gepassioneerde muziek gemaakt die je alleen maar kunt aanduiden als de ultieme wereldmuziek.

Althoornist Mathias van de Wiele en accordeonist Michael de Schryver zijn verantwoordelijk voor de meeste nummers, maar er staan ook een paar sterke composities tussen van helikonspeler Dieter Bossu en trompettist Bart Maris en het feit dat ze hun materiaal zelf schrijven maakt de prestatie nog indrukwekkender. Absolute wereldtop, dames en heren, en nog verschrikkelijk leuke muziek ook.

 


Va Fan Fahre – Romski Robbery – Zephyrus Records 001

Melancholieke blazers

Va Fan Fahre is een Belgisch blaasorkest dat eerst vooral klezmer speelde, maar dat geleidelijk aan ook Roemeense en Bulgaarse blaasmuziek op het repertoire nam. Ze roerden daar dan nog wat funk, ska en gypsie door. Bovendien hebben ze goed geluisterd naar de Europese jazz van het Willem Breuker Kollektief. Die mix pakt geweldig uit, vooral door de eigen arrangementen die veel ruimte laten voor improvisatie. Maar wat de band pas echt goed maakt is de melancholie die overal met ruime hand doorheen geroerd is, en die ervoor zorgt dat de muziek buitengewoon meeslepend wordt. Het grootste deel van hun eerste cd bestaat uit instrumentals, maar het hilarische Plakke Plakke is het perfecte intermezzo. Dat geldt ook voor de rustpuntjes die met een lullig orgeltje ingebouwd zijn – het werkt. Een zeer verrassend en verslavend album, en een absolute topper op blaasmuziekgebied. 

****