
onherstelbaar verbeterd
Dat schrijvers bij een herdruk van een boek graag de foutjes uit de eerste druk willen verbeteren wordt heel normaal gevonden, maar bij muziek ligt dat toch anders. Bij klassieke muziek ligt het nog weer heel anders, omdat er van de partituur wordt uitgegaan, en elke dirigent zijn eigen interpretatie aan de nootjes geeft zoals die op papier staan. Met covers van bestaande popnummers worden ook de nodige veranderingen geaccepteerd – we vinden het vaak zelfs prijzenswaardig als iemand een nummer op een geheel eigen manier brengt. Anders wordt het als een artiest zijn eigen muziek gaat verbeteren. Daar hebben we toch vaak wat moeite mee, omdat we bijvoorbeeld gehecht zijn geraakt aan een eerste versie. De latere versies zijn vaak veel minder, al zijn daar ook uitzonderingen van bekend. Roy Orbison heeft sommige van zijn oude nummers echt verbeterd door ze opnieuw op te nemen. Maar dan gaat het toch vaak om een kwestie van echt opnieuw opnemen, waardoor er een duidelijk afwijkende versie ontstaat. Wat gebeurt er als een artiest een langspeelplaat onder handen neemt en er onherstelbare verbeteringen in aanbrengt? Een paar voorbeelden.
Neil Young
De eerste soloplaat van Neil Young was een meesterwerkje. Young zelf was in die tijd wat onzeker over zijn eigen zangstem en had die daarom wat weg laten mixen in de instrumentatie, wat een prachtige, subtiele en evenwichtige plaat opleverde. Toen de plaat succes bleek te hebben en Young wat meer zelfvertrouwen had gekregen liet hij de langspeler opnieuw mixen, met zijn stem duidelijk meer in de voorgrond. Neil Young, de titelloze eerste soloplaat van Young, is nog steeds geen slechte plaat, maar een meesterwerk zal ik hem nu niet gauw meer noemen. De hoes werd overigens ook meteen aangepast.
Uncle Meat
Frank Zappa heeft al zijn platen een complete nieuwe studiobehandeling gegeven toen ze op cd zouden worden uitgebracht. Daar ging hij behoorlijk ver in. Sommige nummers op Uncle Meat zijn voor de fan die ze uit het hoofd kende bijna onherkenbaar aangepast aan de smaak en de pretenties van de oudere Zappa, en dat is zeker niet altijd een verbetering te noemen. Bovendien werden op de tweede cd hele stukken geluid uit de gelijknamige film toegevoegd. Op zich geen ramp, en voor de echte diehard fan wellicht ook een leuke toevoeging, maar dan wel graag ná de muziek van de originele plaat, en niet ertussen en ervoor. Dit soort praktijken zorgt ervoor dat ik sommige vinylplaten blijf koesteren.
Singles
In de jaren vijftig en zestig werden singles mono gemixt op een manier die ervoor zorgde dat ze optimaal tot hun recht kwamen op een radio van gemiddelde kwaliteit. Als een groep heel succesvol was werd er regelmatig een langspeelplaat uitgebracht met de grootste singlehits. Die platen vielen, voor wie de singles in de kast had staan, vaak nogal tegen. Dat kwam doordat langspeelplaten stereo moesten zijn, en er voor de lp vaak snel een stereoversie gemixt werd die alle kracht van de single miste. Soms werd zelfs de zang op het linkerkanaal gedonderd en de instrumenten op het rechterkanaal. De knop van je pickup op mono zetten hielp niets, want het resultaat klonk nog steeds als een zwak aftreksel van de originele single. Daarom koester ik bepaalde Hollies-singles, en bijvoorbeeld “I had a dream” van Paul Revere and the Raiders, dat op lp als een flauwe schaduw klinkt van het origineel.
Heropnames
Ook met heropnames gaat veel mis. Veel verzamelaars van jaren-zestigbands bevatten materiaal dat veel later door een reünieversie van de band opnieuw is opgenomen, of je krijgt inferieure live-opnames voor je kiezen. Maar ook van een nummer als bijvoorbeeld “Drink Drink Drink” van Mario Lanza bestaan twee versies, waarvan er één echt geniaal goed is. Dat geldt ook voor een arbeidsvitaminenklassieker als de Elisabeth Serenade van Ron Goodwin en zijn orkest. Ik wou dat nummer wel weer eens horen omdat het de favoriet van mijn opa was (omdat mijn oma Elisabeth heette), maar er bleken maar liefst vier verschillende opnamen van te circuleren, waarvan er maar één de moeite waard is.
Omissies en schuifwerk
Soms verdwijnt er gewoon een nummer van een plaat, omdat er bijvoorbeeld een paar actievoerders geprotesteerd hebben. En soms verandert de complete samenstelling van een plaat omdat de Amerikanen er absoluut de laatste hit op willen hebben, en er “dus” een ander nummer moet verdwijnen. Dat is vooral verwarrend als de plaat met exact dezelfde hoes wordt uitgebracht. Zo blijft het opletten, en is het zaak je oude vinyl niet te snel weg te doen als je de cd hebt aangeschaft. Luister eerst even heel goed, en denk dan ook niet te snel dat de plaat op cd nu toch wel een beetje tegenvalt, maar draai eerst de plaat nog eens. Dat levert af en toe verrassende ontdekkingen op.