The Dillards waren met zijn vieren toen ze uit het landelijke Missouri naar Los Angeles trokken om daar beroemd te worden. Doug Dillard, banjovirtuoos, zijn jongere broertje Rodney op gitaar, Mitch Jayne op bas en Dean Webb op de mandoline. Bovendien zongen ze alle vier fantastisch. Ze hebben een merkwaardige en onderbelichte loopbaan in de muziek gemaakt, met steeds een duo langspeelplaten die kunnen worden beschouwd als mijlpalen in bepaalde genres.

Toen ze net in Los Angeles waren hadden ze vooral een komische bluegrass-act. Ze speelden de hillbilly-achtige plattelandstypes die verbaasd rondliepen in de grote stad. Met die act speelden ze ook een rolletje in de immens populaire Andy Griffith-show op tv als The Darling Boys, en op de eerste twee langspelers van de Dillards kun je goed horen hoe goed en energiek hun act toen was. Pure bluegrass, met een hilarische liveshow. Luister maar eens naar de intro op Old Blue op hun tweede lp, Live!!! Almost!!!. Erg lekker, maar nog niet echt opzienbarend.

Dat werd anders toen Doug besloot op te stappen. Hij wou een grotere rol voor zijn banjo, terwijl de rest van de band meer nadruk wou leggen op de zang. Doug maakte vervolgens samen met Gene Clark als The Fantastic Expedition of Dillard and Clark een van de mooiste platen van de vorige eeuw, en de Dillards maakten met Doug’s vervanger Herb Pedersen twee meer dan schitterende folk/country/bluegrassalbums – Wheatstraw Suite en Copperfields, waarin de zang inderdaad van een adembenemende schoonheid is, maar waarin ook de grenzen van de verschillende genres op een avontuurlijke manier verkend worden. De Dillards hadden er inmiddels ook een drummer bij gehaald, Paul York.

Toen Herb Pedersen opstapte en vervangen werd door Billy Ray Latham werd er teruggegaan naar de bluegrasswortels, en tegelijkertijd was er meer ruimte voor rockelementen. De lp’s Roots And Branches en Tribute To The American Duck zijn dan ook twee countryrockmeesterwerkjes die de tand des tijd zeer goed hebben doorstaan. Dat kunnen we constateren omdat de twee albums samen op één cd zijn uitgebracht. Helaas bleef het succes ook nu uit. En dat terwijl de rol van de Dillards in het ontstaan van countryrock zeker zo groot is als die van de Byrds of de Eagles.

Er zijn nog hele verhalen te vertellen over de “branches” van de Dillards, want later gingen Doug en Rodney toch weer samen muziek maken, onder meer samen met John Hartford als Dillard, Hartford & Dillard, terwijl Herb Pedersen samen met oud-Byrd Chris Hillman een succesvolle countryband oprichtte. Doug en Rodney hebben bovendien de nodige soloplaten uitgebracht die eigenlijk allemaal wel aardig zijn. Toch zijn het die drie kluitjes van twee platen die de Dillards wat mij betreft een ereplaats verschaffen in de muzikale hemel, en waarvan ik zowel de middelste twee, Wheatstraw Suite en Copperfields, als de nog net iets steviger Roots and Branches en Tribute To The American Duck beschouw als absolute meesterwerkjes.

  • The Dillards – Back Porch Bluegrass & Live!!! Almost!!! – Elektra 8122 735622-2
  • The Dillards – Wheatstraw Suite & Copperfields – samen met Pickin’ and Fiddlin’ op twee cd’s – Elektra 8122 7650827-2
  • The Dillards – Roots And Branches & Tribute To The American Duck – BGOCD306