The Collectors was een Canadese band uit de jaren zestig, uit de Underground-scene van die tijd, wat niet veel meer betekende dan dat de band net als veel andere bands in die periode, de tweede helft van de jaren zestig, probeerde intelligente popmuziek te maken. De Canadezen waren daar bijzonder goed in, wat bleek uit hun titelloze debuutalbum. Er stonden vijf uitstekende nummers op kant 1 van deze langspeelplaat, waarvan Lydia Purple een bescheiden hit werd, maar vooral de tweede kant maakte indruk, want daar stond één lang nummer op – What Love (suite), negentien minuten en zes seconden lang, wat voor 1967 toch behoorlijk extreem was voor een popband.

Ze laten in dit nummer een staalkaart horen van wat ze kunnen, daarom laat ik hier drie fragmenten van deze suite horen. Dat ze stevige rock konden produceren en dat leadzanger Howie Vickers echt goed kon zingen kun je horen in dit fragment:

Maar dat de band net zo goed prachtig meerstemmig kon zingen, dat laten ze op diverse momenten in de suite ook horen, bijvoorbeeld heel overtuigend hier:

En dan was er nog de befaamde saxsolo van Claire Lawrence, die voor het mooiste rustmoment in de suite zorgt. Na die fraaie solo, die ik je hier in zijn geheel laat horen, gaat het weer helemaal los en eindigt de suite in ruig drama, om het maar zo te zeggen, maar eerst hoor je dit:

Na dit debuutalbum maakte de band nog één redelijk goed album, Grass and Wild Strawberries, waar ook wel een paar juweeltjes op te vinden zijn, maar die plaat was echt gemaakt als muziek bij een theatervoorstelling, en toch grosso modo iets minder sterk dan dit vergeten meesterwerk. Jammer genoeg is The Collectors nooit echt goed op cd overgezet – ik heb wel een cd van het album, maar die klinkt niet half zo goed als de originele langspeelplaat, merkwaardig genoeg.

Na de tweede plaat ging zanger Howie Vickers solo en ging de rest van de band verder onder de naam Chilliwack, waarbij leadgitarist Bill Henderson de leadzang voor zijn rekening nam. Die band leverde ook nog een paar magnifieke albums op, waarvan er in ieder geval één in deze reeks “vergeten meesterwerken” thuishoort, maar dat komt later. The Collectors bestonden verder uit drummer Ross Turney en bassist Glenn Miller.

  • The Collectors – The Collectors (1967)