Drie Hollandse meiden die volledig gegrepen zijn door de Bulgaarse zang en vervolgens gepassioneerd aan de slag gaan om die speciale manier van samenzingen onder de knie te krijgen. We waren al onder de indruk van hun debuutalbum Pauna Devojka, waar ze nog voor het grootste gedeelte Bulgaarse teksten zongen. Ik schreef toen: “De volgende keer graag nog wat meer Nederlandstalige liedjes, want die blijken opmerkelijk goed te gedijen in dit Bulgaarse landschap”, en gelukkig hebben de drie dames, Iris Ficker, Mariëlle de Winter en Juliëtte van Dijk, twee sopranen en een mezzosopraan, er nu een album met Nederlandstalige Balkanmuziek van gemaakt, en dat blijkt inderdaad wonderbaarlijk goed te werken.

Het opmerkelijke is dat de samenzang soms ook wat doet denken aan de folkdames die in Vlaanderen actief zijn, zodat het erop lijkt dat we met zijn allen toch een oerbron hebben die hier grondig aangeboord wordt. De samenzang hadden ze al geperfectioneerd, en acapella zorgt die polyfone samenzang al voor kippenvel, maar ze hebben hier bovendien de steun van een aantal fantastische Balkanmusici als Akos Laki, Bokkie Vink, Jan Wollring en Jasper de Beer (die hun sporen verdienden in bands als Carlama Orkestar, de Amsterdam Klezmer Band, STriCat, Spassov, Tata Mirando en Shantel), waardoor het album nog wat gevarieerder en opwindender wordt.

De basis van alles wat je hier hoort ligt in de Bulgaarse muziek, maar er is ook nadrukkelijk geput uit Nederlandse en Vlaamse tradities en folklore-collecties, maar ook de eigen composities en de arrangementen zijn gebaseerd op het Bulgaarse muziekidioom. Hollandse wereldmuziek van internationale klasse is het resultaat. Fenomenaal, en kippenvelverwekkend mooi.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.