Seckou Keita bespeelt de kora, de westafrikaanse harp die tweeëntwintig snaren telt, zoals de titel van Keita’s nieuwe album benadrukt. Keita staat met één voet in de kora-tradities, terwijl hij die aan de andere kant voortdurend oprekt en aanpast. Hij begint, zoals een koraconcert hoort te beginnen, heel ingetogen, maar al snel wordt het allemaal veel uitbundiger en ingenieuzer.

Je zou denken dat het een saaie boel zou zijn, een heel album met de muziek van één instrument, al zijn het dan tweeëntwintig snaren, maar niets is minder waar, want Keita weet het van begin tot eind ongehoord spannend te houden, op een subtiele manier. Tegelijkertijd is het album op een wonderbaarlijke manier ook heel rustgevend. Saai is het zeker niet, wel van een tijdloze schoonheid. Keita zingt ook op een paar nummers. Mooi.

Beluister hier een paar fragmenten: