Muziek kun je gebruiken om je diepste zieleroerselen mee tot uiting te brengen. Daar is niks mis mee. Er gaat vaak een grote troostende werking van dat soort muziek uit. Toch merk ik dat ik er erg veel moeite mee heb als ik weet dat een muzikant ernstig ziek is – dat gegeven zorgt ervoor dat ik de muziek niet meer puur kan beluisteren.

Het is als met de kraaien boven een korenveld, dat vaak gepresenteerd wordt als laatste schilderij van Van Gogh. Als je dat erbij hoort zeggen voordat je het schilderij ziet kun je alleen nog met die kennis in je achterhoofd er naar kijken, en dan zie je eenzaamheid en drama. Het schilderij zelf wordt door die extra dramatische lading eigenlijk aan het zicht onttrokken.

Ik merk dat ik niet de enige ben die daar last van heeft. Veel recensenten blijken gevoelig te zijn voor de dramatische kant van zulke muziek, en er wordt vaak met een zeker mededogen over geschreven. De dapperheid wordt geprezen, en de humor, en er wordt nauwelijks meer afstandelijk naar de muziek geluisterd. Je hoort drama. Hier toch een poging om drie zieke singer/songwriters te beoordelen op de muziek die ze maken, en niet op het drama dat ze ook vertegenwoordigen.

Vic Chesnutt

Chesnutt zit al sinds een ongeluk in 1983 in een rolstoel (hij reed zijn auto met een dronken kop in de sloot), en hij wordt vooral geprezen vanwege zijn eigenzinnigheid en zijn opmerkelijke teksten. Die teksten zijn vaak aan de zwaarmoedige, om niet te zeggen depressieve kant, en Chesnutt schreef veel over drank en drugs. Zijn muziek maakt eigenlijk altijd een wat sombere indruk, hoewel hij soms opmerkelijk humoristisch uit de hoek kan komen. Zijn fans vergeven hem ook dat hij niet altijd even zuiver zingt, maar de gemiddelde luisteraar zit regelmatig met gekromde tenen te luisteren. Toch heeft Chesnutt wel degelijk zijn momenten. Uit al zijn albums zou zonder meer een zeer prima verzamelaar kunnen worden samengesteld. Dat is voor een deel te danken aan zijn songschrijftalent (al mocht hij zichzelf wel wat kritischer redigeren) en voor een deel aan de muzikanten die hij steeds weet te ronselen. Zijn leukste liedjes gaan overigens over zijn nadrukkelijk beleden atheïsme.

David M Bailey

David M Bailey kreeg tien jaar geleden te horen dat hij nog maar een half jaar te leven zou hebben. Hij gaf onmiddellijk zijn baan op en gooide zich op zijn eerste liefde – de muziek. We zijn nu negen albums verder en konden Bailey helemaal volgen in zijn ontwikkeling. Persoonlijk werd ik daar niet echt vrolijk van, want Bailey heeft zich naast de muziek geheel in de religie geworpen – het geloof is zijn enige reddingsboei. Iedereen maakt in het leven uiteraard zijn eigen keus, maar de teksten worden hier wel erg mierzoet allemaal, terwijl niet alleen God wordt bedankt maar ook de engelen die hem elke dag beschermen. Dan toch liever het cynische atheïsme van Chesnutt, geloof ik. Maar anderen zullen de gevoelige en poëtische liedjes wellicht zeer kunnen waarderen. Muzikaal gesproken is er ook niks mis mee – Bailey speelt mooi fijnzinnig gitaar, en de arrangementen zijn mooi. Toch is het alles bij elkaar te braaf en te zoet, en vooral ook te wereldvreemd.

Liz Meyer

Ook Liz Meyer is getroffen door kanker. Toch ontkomt zij nog het beste aan de dramatische situatie die dat meebrengt. Ze schrijft liedjes die vaak onmiskenbaar naar haar situatie verwijzen, maar ze blijft er redelijk nuchter bij, en dankzij een voortreffelijke groep muzikanten is haar laatste album The Storm een prima plaat geworden. Meyer woont al een tijd in Nederland, maar voor dit album heeft ze in Amerika een paar oude vrienden opgetrommeld die voor een stuk meerwaarde zorgen. We hebben het dan over Emmylou Harris die een mooie bescheiden tweede stem zingt, over de onvolprezen Jerry Douglas, over Bela Fleck, Sam Bush, Kenny Malone en nog een paar gasten van dat kaliber. Toch ontkom je er helaas niet aan dat je de muziek hoort met de wetenschap van die verdomde kanker in je achterhoofd. En je neemt daardoor ook de zang van Meyer zelf, die niet altijd even toonvast is, op de koop toe.