blanco
Een van de bekendste composities van John Cage bestaat uit ruim vier minuten stilte. In de literatuur is de blanco pagina daar enigszins mee vergelijkbaar. Een vroeg voorbeeld is te vinden in “Tristram Shandy” van Laurence Sterne, waarin twee lege hoofdstukken voorkomen, wat in een fictieve biografie toch op zijn minst als zeer suggestief overkomt.
Dat Elvis ook gevoel voor humor had bleek toen er een boek bij Sotheby’s geveild werd dat Elvis gebruikte om zijn vrienden mee te vermaken – “Alles wat Kolonel Parker me geleerd heeft” bevat enkel blanco pagina’s.
Dan is er het tijdschrift Nudisme dat voorkomt in een film van Jean Cocteau. Het literaire blad bevat alleen lege bladzijden.
En dan zijn er in vele boeken illustraties te vinden die bestaan uit lege kaders, zoals bij Flann O’Brien, die er als onderschrift onder zette: “Schilderij van Broeder Barnabus die door een sneeuwstorm van Baden-Baden naar Karlsbad loopt, gekleed in een witte pyjama, gevolgd door een kudde witte ponies. Boven hem zweeft, alsof hij de weg wijst, een mystieke sneeuwuil”.
Dan hebben we nog de simpele grappenmakers als Don Novello die zijn boek The Laszlo Papers eindigt met een groot aantal lege pagina’s met heel klein de tekst “Free paper!”.
Andy Griffiths speelt met het idee van de blanco pagina door een slak op de eerste bladzijde van “Just Stupid!” te laten zeggen: “Deze pagina zou blanco zijn als ik hier niet was om je te vertellen dat deze pagina blanco zou zijn als ik hier niet was om je te vertellen…” enzovoorts.
Idries Shah schreef The Book of the Book dat bestaat uit veertien pagina’s waarin hij zichzelf recenseert. De rest van het boek, nog eens honderdveertig pagina’s, heeft hij bewust blanco gelaten om het een echt volwaardig boek te laten lijken.