1

We act as though comfort and luxury were the chief requirements of life, while all that we really need is something to be enthousiastic about.

Albert Einstein
 


2

Gevoelsmensen denken altijd, dat verstand gevoel uitsluit. Maar het sluit het niet uit, het verfijnt het alleen.

C Buddingh’, in een van zijn dagboeken.
Buddingh’ werd in Nederland niet meer serieus genomen nadat WF Hermans een van zijn dagboeken had afgekraakt. Zeer ten onrechte, vind ik. Ik lees liever een dagboek van Buddingh’ dan een roman van Hermans.
 


3

Mooie vrouwen laten we over aan mannen zonder verbeeldingskracht.

Marcel Proust.
Gelezen als motto in de roman “Recept voor een tweede jeugd” van Carmen Covito. Daar wil ik nog wel aan toevoegen dat ik vrouwen die men normaalgesproken als mooi aanduidt vrijwel nooit interessant vind. Geef mij maar een vrouw met karakter (en dan heb ik het ook over uiterlijk).
 


4

Like all egoists I cannot bear to live alone

Lawrence Durrell.
Durrell ben ik gaan lezen dankzij Buddingh’, en zijn boeken zitten vol met dit soort tussenzinnetjes, waardoor je regelmatig even stopt met lezen om het geschrevene even goed tot je door te laten dringen.
 


5

In 1913, the pre-sunglass era, light was permitted to assault the naked eye.

Margery Sharp
Ook Margery Sharp was heel goed in dit soort tussenzinnetjes. Voor mij was dit even een echte eye-opener. Je staat wel eens stil bij de grote uitvindingen van de laatste eeuw, maar een zonnebril wordt als zo vanzelfsprekend ervaren dat je er eigenlijk nooit bij stil staat dat het ding ooit moet zijn bedacht door iemand. Totdat je zo’n zinnetje leest.
 


6

Een arts ziet de mens in al zijn zwakheid, een advocaat in al zijn slechtheid, een theoloog in al zijn domheid.

Arthur Schopenhauer.
 


7

In a hierarchy every employee tends to rise to his level of incompetence

Laurence J Peter
Ook wel bekend als The Peter Principle. Het betekent vrij vertaald: iemand maakt net zo lang carriëre tot hij op de plek zit die eigenlijk te hoog gegrepen is. En daarom gaat er zoveel mis.
 


8

The person who uses a lot of big words is not trying to inform you; he’s trying to impress you

O. Miller
En dat geldt uiteraard ook voor het geschreven woord; denk aan jaarverslagen.
 


9

De meeste mensen die menen van schilderkunst te houden, houden alleen maar van plaatjes kijken

C. Buddingh’
Daar zou je nog aan kunnen toevoegen dat de meeste mensen die denken dat ze van muziek houden alleen behoefte hebben aan achtergrondgeluid.
 


10

We can’t change the country. Let’s change the subject.

James Joyce (uit Ulysses)
Ulysses zit vol met zinnen die je er uit zou kunnen plukken. Een humoristisch boek ook, veel leuker dan je op grond van de reputatie als “meesterwerk” zou verwachten.
 


11

Religieus gevormde lieden willen nog wel eens met arrogante vanzelfsprekendheid misbruik maken van de tolerantie van niet-gelovigen.

Bob den Uyl (in Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam). Een fraaie observatie van deze meester van de zwartgallige humor.
 


12

The trouble with fiction is that it makes too much sense, whereas reality never makes sense

Aldous Huxley.
WF Hermans beweerde altijd dat in een roman elk detail betekenis moest hebben…  
 


13

Leen nooit boeken uit, want niemand geeft ze terug; de enige boeken die ik in mijn kast heb staan, zijn boeken die anderen mij geleend hebben.

Anatole France
Moest ik weer aan denken toen ik binnen twee dagen drie oude favorieten miste waar ik even iets in wou terugvinden. Het probleem is ook, dat je juist de neiging hebt om boeken uit te lenen waar je zelf enthousiast over bent. Tegenwoordig geef ik alleen maar boeken weg, en leen ik héél af en toe een boek aan een van mijn kinderen uit.
 


14

Waar het geloof dominant is, wordt alle ongeloof meteen verbrand, en waar het geloof wordt aangehangen door nog maar een klein deel van het volk, krijgt het de status van een minderheidsgroep: je mag er niets verkeerds over zeggen.

Gerrit Krol
Krol schrijft echte mijmerboeken, die ik nooit in één ruk uit kan lezen omdat ik altijd wel ergens stevig aan het denken word gezet.
 


15

Aangezien hij nog nooit goed uit zijn ogen had gekeken, beminde hij het grote en het overdrevene.

Jules Renard, uit een van zijn dagboeken. Dit citaat spreekt me aan, omdat ik er zelf pas vrij laat achter kwam dat kijken niet iets is wat iedereen kan, en dat je, naast gevorderde luisteraars, ook gevorderde kijkers hebt.
 


16

Wanneer een man zegt: “Ik ben gelukkig”, bedoelt hij heel gewoon: “Ik heb zorgen waar ik me geen zorgen over maak.”

Ook uit de dagboeken van Jules Renard van zo’n honderd jaar geleden.


17

Ik loop me het vuur uit de sloffen om voor niemand een vinger te hoeven uitsteken.

Jules Renard weer. Er doemen onmiddellijk een paar mensen voor mijn geestesoog op.


18

Bijna alle middelmatige literatuur houdt zich bezig met het uitzonderlijke. Want de eenvoudige belevenissen die elke dag gebeuren, zijn het moeilijkst weer te geven. Alleen grote schrijvers kunnen dit. De kleineren zijn op de grote gebeurtenissen aangewezen.

Godfried Bomans
 


19

Indien ik rijk wilde worden zou ik een scabreus boek schrijven en er daarna onder een schuilnaam uit alle macht tegen tekeergaan.

Godfried Bomans beschrijft hier exact de tactiek waarmee Jan Cremer later rijk werd. Cremer schreef ingezonden brieven naar alle grote kranten waarin hij tegen zijn eigen boek tekeerging. Het werkte.
 


20

Wie vrolijk is laadt de schijn op zich van oppervlakkigheid.

Godfried Bomans – zeker in Nederland is humor nog altijd verdacht.