de dambuster en de kleerhanger
Tijdens de tweede wereldoorlog hebben de Engelsen op een succesvolle manier een aantal Duitse dammen gebombardeerd. Bij die bombardementen speelde een kleerhanger een niet onbelangrijke rol. Dat zat zo. De ingenieur die bedacht hoe je het beste een dam kon bombarderen kreeg zijn gouden idee toen hij aan het golfen was. Hij zag hoe een bal die met een bepaalde draaiing in het water terecht kwam vervolgens rechtstandig loodrecht naar beneden ging. Dat was precies wat hij nodig had, want om een dam echt schade te berokkenen moest de bom onder water, aan de voet van de dam, ontploffen. Er werd een speciale bom gemaakt die draaiend om zijn eigen as uit het vliegtuig werd gegooid. Daarvoor moest de rotatiesnelheid precies goed zijn, en het vliegtuig moest de bom op precies de goede afstand en de goede hoogte laten vallen. Om de hoogte te bepalen hadden ze twee lampen die schuin naar beneden schenen – als het licht een cirkel vormde was de hoogte exact goed.
Voor de afstand werd er gefocust op de pijlers van de dam door met een omgekeerde kleerhanger naar die pijlers te kijken. Vielen de uiteinden van de kleerhanger samen met de pijlers, dan was de afstand precies goed. Met deze primitieve middelen werden in één nacht maar liefst vier dammen effectief gebombardeerd met de zware Lancaster bommenwerpers. En dat allemaal dankzij een creatieve ingenieur die zich door zijn klerenkast liet inspireren.