familietaal
Erwteltjes
Soms is een term zo binnen je gezin ingeburgerd dat je je nieteens meer realiseert dat het om familietaal gaat. Erwteltjes is een mooi voorbeeld. De term wordt meteen duidelijk als je ziet hoe ze in de glazen pot zitten:
Strakke broeken
De ouderwetse koffiekoek die je hieronder op de foto ziet, werd in ons gezin door de kinderen aangeduid als “slakkenkoek”. Toen Rik een keer zei dat hij het binnenste van de slakkenkoeken het lekkerste vond verstond Hilde dat als “Ik vind het binnenste van strakke broeken het lekkerste”. Sinds die tijd hebben we het altijd over over strakke broeken als we dit type koffiekoek bedoelen. Gasten kijken soms wat vreemd als er iemand roept: “Mag ik nog een strakke broek?”, maar dat is nu juist het leuke aan familietaal…
Sjiep Sjiep
Deze komt uit de familie van Hilde waar een van de kinderen een keer niet op de naam van de maggi kon komen en het flesje aanduidde als Sjiepsjiep. Iedereen wist meteen wat er bedoeld werd, en daardoor bleef het waarschijnlijk hangen.
Oppooielen
Ik kom zelf uit België, woon wel al 5 jaar in Nederland hoor, maar ook bij ons wordt er ‘moedertaal’ gesproken. Zo had mijn nichtje, toen ze kleutertje was, het steevast over “iets oppooielen” (lees oppoojelen), dit kwam van het werkwoord opplooien ((op-)vouwen hier). Ik pooiel dus nog steeds mijn lakens op!
Mijn moeder daarentegen, die kreeg vroeger thuis (en dan spreek ik van de tijd net na de tweede wereldoorlog) jam uit een schaaltje waar een kinderkopje opgedrukt stond, en toen vroeg ze altijd om “kindjeleike”, dit kwam van kindje: van het kinderhoofdje, en leike kwam van gelei, wat bij ons dialect is voor jam. Dit wordt nog steeds gebruikt bij ons thuis, wij smeren nog steeds kindjeleike op ons brood!
En mijn man, Nederlander dus, zegt altijd als we bij bezoek weggaan: we screw the window, en dit komt van ‘we naaien d’eruit’ (letterlijke vertaling dus: we naaien de ruit!).
Ja, en dan heb ik nog een zoontje die het Syndroom van Asperger heeft, dit is een vorm van Autisme, en wanneer hij weer een of andere typisch ding, behorend tot zijn afwijking, uithaalt, en we maken er hem op attent dat het niet normaal is, dan zegt hij “tja, dat heb je met die aspergesoep”, en dan weten wij en hij precies wat er bedoeld wordt. Mooi toch?!
Mijn grootmoeder, die vroeger oppaste op kindjes, kreeg eens een kindje over de vloer die dringend wou ‘drukken’, maar dat kon volgens mijn oma niet, schilderen, kleuren, met stiften, alles kon hij doen, maar drukken, daar had ze niets voor in huis. terwijl het kind alleen dringend moest (Nederlands) poepen!
Nu denk je waarschijnlijk dat dit mij niet overkomt, niets is minder waar. Vorig jaar waren we met mijn werk op de Veluwe, en moesten allerlei opdrachten uitvoeren. Eén daarvan was dat we verschillende soorten noten moesten verzamelen. Ik was ingedeeld in een ploeg waar ook onze directeur bij was, en ik hield nauwgezet bij welke soorten we al hadden verzameld. Op een bepaald moment komt de directeur mij vragen wat we nog misten, en toen flapte ik er uit dat we alleen nog eikels en ‘neukebootjes’ misten (wij verwisselen nogal vaak de medeklinkers in een woord, en beukennootjes wordt dan. precies!) Tot ik aan zijn gelaatsuitdrukking zag dat hij het niet precies snapte.
Alleen al dit opschrijven deed mij glimlachen, want ik ben opgegroeid in een familie waar dit soort grappen, versprekingen, leuke dingetjes, tot de orde van de dag behoorden, ik zou nog uren door kunnen gaan, maar ik hou het hier maar bij.
(Kathy Derks)
Teutkan
Een foto als familietaal? In ieder geval vormde dat deeltje in het magazine de uitlokker om deze foto door te sturen. Een aluminium kan die door mijn moeder (zaliger, Limburger) zolang ik me kan herinneren gebruikt werd om met regenwater (!) de kamerplanten te begieten. Met stoffer en blik een paardevijg (later ook als paardenvijg bekend geworden) als meststof en een prachtresultaat was gegarandeerd. Geen druppelen met dit topgereedschap.
De foto kreeg zijn naam door de familieterm: de teutkan.
(Hans van Ryssen)
Familietaal is taal die alleen binnen één gezin of familie gebruikt worden. Een tijd geleden dachten we dat “Googelen”, voor het via de zoekmachine Google op Internet speuren, familietaal was, maar het begrip wordt inmiddels overal gebruikt. Zo heb ik ook lang gedacht dat “als je nu niet ophoudt zet ik je kop tussen twee oren” een familie-uitdrukking was, maar hij komt uit de strip Nero. We hebben hier wel een paar voorbeelden van echte familietaal. Aanvullingen zijn altijd welkom!
Van de familie Roose kregen we de volgende voorbeelden:
Zuwwele?
Als wij op het punt staan weg te gaan, zeggen we: zuwwele?
Reden: zoon Wessel zei dat als peuter toen hij “zullen we?” nog niet zeggen kon.
Beschuitpap
Verder roepen we hier ”beschuitpap” als iemand iets veel te omslachtig uitlegt of slap aan het kletsen is. Dat komt door een oude video waarop zoonlief uitlegt hoe hij beschuitpap wil maken. Dat duurt maar en dat duurt maar…
En nog wat voorbeelden van de familie Moors:
Monumentje
Mijn vader werkte in de bouw, en dan met name in de restauratie van heel oude gebouwen en monumenten in Maastricht. Vaste uitdrukking als er even gewacht moest worden bij ons was dan ook “een monumentje alsjeblieft…”
Sjellewietego?
Toen een van onze vrienden, die uit Israel kwam, nog maar net in Nederland woonde gebruikte hij vaak krom Engels gecombineerd met krom Nederlands. Als we ergens heen zouden zei hij altijd iets als “Shall we to go?” – op de een of andere manier is die blijven hangen en gebruiken we hem nog steeds.
Wil jij wel eens gauw stout zijn brave jongen?
Mijn vader was gek op omkeringen als “een scheetje beef”, en deze was ook van hem. Een buurjongetje riep na deze opmerking een keer vertwijfeld uit “Maar dat mag ik niet van mijn moeder…”
Een bijdrage van de familie Palthe:
Met de komst van onze
dochter Rosie is onze taal verrijkt met een aantal uitdrukkingen,
sommige zijn alweer vergeten, maar enkele houden we nog steeds in ere:
Dwars wakker worden
De term dekt de lading volkomen! Rosie gebruikte
het eens toen ze niet prettig wakker werd uit haar middagslaapje;
sindsdien is het bij ons een gevleugelde uitdrukking.
Pips en Moedeloos
in de zin van: ik word er pips en moedeloos van. Het komt uit een film van Pippi Langkous, die in de winter aan mijnheer Nilsson vraagt:”Wat zie jij er pips en moedeloos uit, heb je het soms in
je bedje gedaan?”
Pak de leuning
Even terug in de tijd: mijn oma bezigde de uitdrukking “Pak de leuning”, hetgeen zoveel zeggen wil als: ‘Kom nou zeg!” Ik merk dat ik het ook zeg. Ook de term “garnaljes” komt van haar (garnalen dus).
Gazoelas
Niemand weet buiten onze familie wat ‘gazoelas’ (spreek uit: kaazoelaas) zijn. Wij wel! Dat zijn de zaken die je uit je neus
peutert… Mijn grootvader komt uit Rusland; het schijnt een Russisch woord te zijn; ‘gazoela’ betekent zoiets als: olifant of groot dier. Geloof ik.
(Gazoela betekent groot en komt uit het Tataars/Arabisch…)
Poepiek
Een navel heet bij ons een poepiek. Uit Indië overgewaaid, maar voor zover ik weet geen Indische term. (Blijkt uit het Russisch te komen – poepiek is navel in het Russisch).
Van ene Rianne komt
Wormpjespap
“Wij gebruikten dat woord thuis altijd voor macaronipap, maar onlangs kwam ik er achter dat veel meer mensen dat woord kennen.”