
godgewaagde meiden
-
beenstok
-
bloot en rauw
-
boten kieken
-
botje preken
-
braken en heien
-
gapen en scheiten
-
gauw je hoed
-
gebraden nonnen
-
kaalstaart
-
knallende benden
-
koekenbast
-
kontje bloter
-
krijshaan
-
landelijke schonen
-
linnen tepeltjes
-
mastbink
-
premiesof
-
rafeltand
-
reuzegoor
-
een rokje blond
-
saaie meid
-
schandlap
-
scheel gehikt
-
scheetje beef
-
schokkend klootje
-
stankbel
-
stippenlift
-
stoute sokjes
-
stuursok
-
tiet op navel
-
tinkelwafel
-
verkrachte eenden
-
vlierbessen
-
zeeteefje
Een lijstje dat voor zichzelf spreekt. Bij de mooiste draait de betekenis volledig om (reuzegoor). Ook nu zijn aanvullingen welkom.
Bij sommige woorden is een kleine uitleg misschien handig – een schokkend klootje verwijst naar een klokkend schootje, wat coupeusejargon is voor een uitlopend achterpand…
Driedubbel:
De waakhond bijt je een haakwond als je hem in zijn hok waant.
Te lang, maar toch leuk:
Dat zet geen doden aan de zijk.
Een pad in een vreemd kakhuis.
Met de baard tussen de stenen.
Wasdag voor het gebit.
Ik wilde mijn tuig bedanken.