De mooiste platen vind ik altijd op rommelmarkten en in tweedehandszaken. Zo vond ik een tijd geleden een plaat van Little Johnny Taylor getiteld Part Time Love. Hij was spotgoedkoop, en op het Charlie-label, dus ik nam de gok en kwam thuis met een verpletterend mooie plaat. Weken heb ik niks anders gedraaid, en ik speurde ondertussen verder naar deze geweldige Rhythm ‘n’ Blueszanger. In een tweedehands bak vond ik er weer een, en die nam ik dan ook mee zonder de moeite te nemen er naar te luisteren. Thuis bleek dat ik me behoorlijk vergist had. Deze gast heette Johnny Taylor, dus zonder het “Little” dat die ander zo groots maakte. Deze zogenaamd grotere versie maakt derderangs soulmuziek van de slijmerige soort. Niet om aan te horen zo slecht. Met Little Johnny bleek het overigens ook nog oppassen te zijn, want hij heeft niet alleen maar meesterwerkjes gemaakt. Hij heeft zelfs Part Time Love nog een keer opgenomen in een heel wat minder geïnspireerde bui.

Dit was niet de eerste keer dat het misging. Namen lijken wel vaker te veel op elkaar. Al had ik het dit keer (zie de foto’s links) aan het hoofd van de man kunnen zien.
Er blijken bijvoorbeeld tweemannen te zijn die zich Sonny Boy Williamson noemden en die allebei blues speelden, hoewel de een toch echt beter is dan de ander. Dat verwacht je toch niet echt.
Hank Williams heeft een zoon die niet de moeite heeft genomen Jr achter zijn naam te zetten. Opletten dus. De kleine verschillen zijn vaak het verneukeratiefst. Zo heb je de fantastische Rory McLeod en de zeer matige Rory MacLeod. Bryan Adams en Ryan Adams zijn dan weer allebei bekend genoeg om verwarring te voorkomen.

Van Robert Johnson moest ik, volgens een vriend die het kon weten, absoluut minstens één plaat in huis hebben, want het gaat hier om dé blueslegende aller blueslegenden. En dan is er toch weer een slimme gast die gewoon onder die naam, Robert Johnson, allerlei inferieure rommel op plaat heeft gezet.
Ik kreeg ook een keer een leuke vitale plaat cadeau van the Meteors, dus toen ik een paar maanden later in een tweedehands bak weer een plaat van die groep tegenkwam kocht ik hem. Wat blijkt? Er is een Engelse en een Nederlandse band, en ze noemen zich allebei The Meteors. De Engelse band is leuk.

Bij the Shoes is het precies andersom. Voor de Nederlandse Shoes heb ik een zwak, maar hun Amerikaanse collega’s met dezelfde groepsnaam zijn van het soort “dertien in een dozijn”.
“Hello Josephine” van the Scorpions was een leuke hit in de jaren zestig, maar in de jaren zeventig was er een derderangs hardrockgroep die zich ook zo noemde.

En nu hebben we het alleen nog maar gehad over namen die echt op elkaar lijken of die identiek zijn. Er was ook altijd de nodige verwarring doordat ik mensen met elkaar verwarde zonder aanwijsbare reden. Waarom denk ik bijvoorbeeld altijd dat Cyndi Lauper Tracey Ullman is en omgekeerd? Inmiddels weet ik dat de eerste Cyndi Lauper-plaat heel aardig was en die van Ullman wat minder.

En dan de spraakverwarring toen ik een vriend wou uitleggen dat ik Steeleye Span bedoelde waar hij het over Stealer’s Wheel had, terwijl we het uiteindelijk allebei over Steely Dan bleken te hebben…
Ook heb ik een tijdje gezocht naar platen van Little Esther, omdat ik een nummer op een verzamelplaat zo mooi vond. Een attente platenzaakeigenaar met verstand van zaken zette me toen op het spoor van de inmiddels volwassen geworden Esther Phillips.

John Cage, John Cale en JJ Cale is ook zo’n mooi trio, dat ik hier maar even op volgorde van verteerbaarheid heb gezet. John Cage is zeer pretentieus, John Cale gewoon pretentieus en JJ Cale niet-pretentieus, en daarmee de interessantste van het stel.

Platenmaatschappijen willen ook nog wel eens voor verwarring zorgen. Zo zocht ik op advies van een vriend van Howlin’ Wolf de plaat “Moanin’ in the moonlight”, omdat dat een van de mooiste Wolfplaten zou zijn. Na lang, lang zoeken vond ik een gaaf tweedehands exemplaar, maar wat kwam die muziek me bekend voor… Bleek ik die plaat al jarenlang regelmatig te draaien, alleen had ik deze als “Evil” in de kast staan. Met héle kleine lettertjes staat er dan wel ergens op die hoes “Previously released as Moanin’ in the moonlight”. Dat fatsoen wordt vaak nieteens opgebracht. Het vroege werk van mensen als Dr John en Captain Beefheart is op verschillende platen te krijgen, onder verschillende titels en bij verschillende platenmaatschappijen.
Goed uitkijken dus.