
de pineut
-
de bob
-
het bokje
-
de dupe
-
de ezel
-
de feut
-
het haasje
-
de gebeten hond
-
de gesjochte
-
de klos
-
de lul
-
de lul op het karretje
-
de pik
-
de pineut
-
de pisang
-
de sigaar
-
de sjaak
-
het zaad
-
de zak
-
de zondebok
-
“vandaag mag jij de tonnetjes legen”
Als je het bent, ben je niet te benijden. Aanvullingen zijn welkom.
We kregen meteen al een paar aanvullingen, waaronder een paar studentikoze (de feut…) en een nieuwe – de bob schijnt tegenwoordig regelmatig gebruikt te worden om iemand aan te duiden die een rotklus mag opknappen (“ja jongen, het spijt me, maar vandaag ben jij de bob…”). De lul op het karretje hadden we zelf nooit eerder gehoord, maar werd ons verzekerd dat het in bepaalde kringen een veelgebruikte uitdrukking is, en dat geldt blijkbaar ook voor de pik.
“Vandaag mag jij de tonnetjes legen” verwijst naar de tijd dat er nog zogenaamde pothuisjes, buitens oftewel plee’s waren, bestaand uit een
vaatje met een plank erover in een speciaal houten hokje achter in de tuin.