Ik drink het thuis wel op…

Toen plastic nog niet zo gewoon was als nu liet Horton McNeill, die in een fabriek werkte waar plastic artikelen werden geproduceerd, in de zak van zijn colbertje een plastic zak aanbrengen die van de buitenkant uiteraard onzichtbaar was. Hij maakte er een gewoonte van café’s binnen te lopen, een drankje te bestellen en als hij zijn wisselgeld terug kreeg te zeggen “Ach, ik denk dat ik het thuis maar opdrink”. Hij goot dan het glas leeg in zijn colbertjasje en ging naar buiten.


Eet smakelijk!

De Hertogin van Marlborough heeft op een feest eens stukjes zeep tussen blokjes kaas gelegd om dan met voldoening toe te kijken hoe haar welopgevoede gasten voorzichtig de stukjes zeep opaten.


Heb ik gelijk?

Lucius Beebe was ook een bekend practical joker. Hij had in zijn woonplaats New Haven eens een beroemd buikspreker ingehuurd die hij een donker pak aan liet trekken, waarna hij hem aan de studentenpastor voorstelde als een van de beroemdste predikanten van het Verre Westen. De man werd meteen uitgenodigd een preek te houden in de kapel van de Yale-universiteit, waar een grote menigte aanwezig was. De “predikant” werkte met een indrukwekkende preek naar een climax toe, waarna hij stopte, zijn hoofd achterover gooide en met gevouwen handen aan de mond naar het plafond riep: “Vader, heb ik gelijk?”. Uit de hoogte kwam meteen het zwakke, maar duidelijk verstaanbare antwoord: “Je hebt gelijk, mijn zoon.”


Charlie!

De oud-studentenvereniging van een vooraanstaande Amerikaanse universiteit hield haar jaarvergadering in een hotel in New York. Een van de aanwezigen stond op en hield een korte rede waarin hij Charlie Andrews voordroeg als voorzitter. Hij zei dat er geen betere man in de hele organisatie te vinden was, zelfs niet op de hele wereld dan de oude Charlie Andrews, en dat hij harder voor de vereniging werkte dan wie ook, waarbij hij ook nog eens grote bedragen uit eigen zak aan goede doelen schonk, enzovoorts. Toen hij ging zitten stond er in de andere kant van de zaal iemand anders op die de benoeming van Charlie Andrews steunde, waarbij hij hem nog meer lof toezwaaide dan de eerste spreker. Binnen enkele minuten was Charlie Andrews bij acclamatie tot voorzitter gekozen, en het enthousiasme golfde door de zaal “Charlie Andrews moet spreken, Charlie! Charlie!”
Charlie Andrews bestond helemaal niet.


Dames?

Lord Halifax, de voormalige ambassadeur van Engeland in de Verenigde Staten reisde eens naar Bath in een treincoupé waarin ook twee stijve oudere dames zaten, die elkaar niet kenden. De trein reed door een tunnel en de coupé was volslagen donker. Lord Halifax bracht de rug van zijn hand aan zijn mond en kuste deze duidelijk hoorbaar een paar keer. Toen de trein later in het station aankwam stond hij op, zette zijn hoed op en zei met een lichte buiging: “Aan wie van de twee charmante dames heb ik het heerlijke incident in de tunnel te danken?” Toen hij de coupé uitstapte zaten de dames elkaar vernietigend aan te kijken.


Erwtvariatie

De Russische pianist Vladimir de Pachmann kwam op een avond het podium op, zag dat de pianokruk te laag was en vroeg om een dik boek. Hij legde het boek op de kruk, ging erop zitten en sloeg een paar toetsen aan. Hij stond met een ontevreden gezicht weer op, deed het boek open, scheurde er een bladzij uit, gooide die weg en ging weer zitten. Hij glimlachte tevreden en begon het concert.


Een professional

Morton Downey liep eens de radiostudio van CBS binnen waar de bekende sportverslaggever Ted Husing net aan een wedstrijdverslag van een kwartier begonnen was. Downey liep het vertrek binnen en trok Husings colbertje uit. Deze praatte rustig door. Hij knoopte Husings stropdas los en trok hem zijn overhemd uit terwijl de uitzending gewoon doorging. Hij verwijderde Husings schoenen en sokken terwijl Husing hem probeerde te schoppen, maar Downey ging gewoon door en haalde Husings stoel weg waardoor hij voorovergebogen in de microfoon moest praten. De broek en het ondergoed werden verwijderd en de heer Downey wandelde de kamer uit terwijl de heer Husing zijn verslag naakt afrondde.


Boemerang

Hitchcock was een berucht practical joker, en een van zijn slachtoffers probeerde hem terug te pakken door een uitermate vies drankje klaar te maken en dat in een opnieuw verzegelde cognacfles aan Hitchcock te schenken. Na een paar dagen had Hitchcock nog steeds niet gereageerd en op het laatst kon de man zich niet meer inhouden en vroeg: “Hebt u die cognac al eens geproefd die ik u laatst gegeven heb?” “Nee” zei Hitchcock, “Helaas niet. Ik had het u niet willen zeggen, maar mijn moeder werd ziek. De dokter schreef haar cognac voor en we hebben haar toen geregeld wat uit uw fles gegeven. Maar het gaat niet goed met haar. Ik vrees dat ze er echt niet meer bovenop komt.”


Gesprekje in de lift

Hitchcock stond met een jonge acteur in een lift over film te praten toen er twee oudere dames instapten die met hun rug naar de heren gingen staan. Het gesprek veranderde meteen – er werd op een dramatische toon gezegd: “Je weet heel goed dat ik hem dood moest schieten. Ik had echt geen keus. Ik weet trouwens niet zeker of hij echt dood is. Ik schoot vier kogels in zijn been en liet hem daar middenin het bloed op de grond liggen. Als iemand die schoten nou gehoord heeft? Je moet me helpen. Zorg dat de taxi me om de hoek oppikt.”
Toen dit gesprek begon verstijfden de dames. Toen de lift beneden aangekomen was waren ze in volslagen paniek en renden ze het hotel uit zonder zich erom te bekommeren dat hier een moordenaar bezig was te ontvluchten.