schott's miscellany
Wat is er veranderd?
Het spelletje “Wat is er veranderd?” speel je met een klein gezelschap. Het is een observatiespel. Iedereen, behalve één, gaat de kamer uit, en in hun afwezigheid worden er dingen veranderd in de ruimte. Zo kan de klok een uur worden vooruitgezet, een beeldje kan een slag gedraaid worden, een schilderij weggehaald of verwisseld, enzovoorts. Na een paar minuten komen de anderen weer binnen en schrijven ze op wat er volgens hun veranderd is in de kamer. Degene die de meeste veranderingen ontdekt is de winnaar.
Karaktermoord
Karaktermoord kan alleen gespeeld worden in een groep vrienden of familie waarvan iedereen elkaar redelijk goed kent. Eén persoon verlaat de kamer, en de anderen verwisselen van identiteit. De speler die terugkeert moet er achter zien te komen wie wie is door vragen te stellen of opdrachtjes uit te laten voeren. Je kunt het spel nog moeilijker maken door ook afwezigen mee te laten doen, maar dan moet iedereen die persoon wel goed kennen.
Bijwoord
In het spel Bijwoorden kiest elke speler, terwijl één speler de kamer verlaten heeft, zijn of haar eigen bijwoord (bijvoorbeeld vrolijk, boos, dom of onhandig). De speler die de bijwoorden moet raden laat elke speler iets doen (bijvoorbeeld een veter strikken of een stukje uit de krant voorlezen) op de manier die het bijwoord voorschrijft. Bij ieder bijwoord mag drie keer geraden worden.
Lekkerkerken
In het Engels heet dit spel London Underground en is het de bedoeling de stations van de Londense metro te raden door omschrijvingen. “Fabricated from beer” leidt dan tot Maida Vale, “Vicar’s envy” wordt Parsons Green enzovoorts. Je kunt het ook heel goed spelen met Nederlandse plaatsnamen, die dan omschreven moeten worden. Zo zou je Lekkerkerk kunnen omschrijven als “heerlijk godshuis”, “glanzen” moet dan Glimmen zijn, enzovoorts.
Voorhoofd Detective
Voor dit spel heb je wat van die gele post-it-plakkertjes nodig. Iedereen in de groep krijgt de naam van een beroemdheid op zijn voorhoofd geplakt en moet vervolgens zijn of haar eigen identiteit zien te raden. Om de beurt moet je dan vragen stellen over “jezelf” waarop alleen een ja- of nee-antwoord kan volgen.
Een uitdaging waarvoor je een schaakbord en een paard nodig hebt. Het is de bedoeling het paard in 64 zetten zo over het bord te laten springen (op de paardenmanier uiteraard) dat het elk vakje maar één keer raakt.
Ben Schott maakt zeer Britse verzamelingen van weetjes en trivia over verschillende onderwerpen. In zijn Sporting Gaming & Idling Miscellany vind je de meest idiote wetenswaardigheden over sport, spelletjes en andere zaken waarmee je je tijd kunt verlummelen. Idling betekent zoveel als luieren, niksdoen of rondhangen. Miscellany betekent ongeveer hetzelfde als ratatouille, een vrij rommelige verzameling van van alles en nog wat.
Je vindt in dit heerlijke boekje de meest onzinnige weetjes, zoals onder “Over vrouwen die tennissen” een uitspraak van Richard Krajicek, die in 1992 zei: “80 procent van de vrouwen die op Wimbledon spelen zijn luie, vette varkens die niet zouden mogen woren toegelaten”, waarna in héél kleine lettertjes nog zijn correctie van de volgende dag volgt: “Ik zei dat 80 procent van de top luie, vette varkens waren, maar dat was een klein beetje overdreven. Ik bedoelde 75 procent”.
Maar naast een volstrekte overdosis van dit soort trivia staan er ook spelletjes in het boek die je alleen of met een groep kunt spelen. Daarvan hiernaast wat voorbeelden, van spelletjes waar je geen grote bordspelen voor nodig hebt, met onderaan de pagina toch nog een stukje trivia – een alfabet voor sporters.
En dan hebben de Engelsen natuurlijk ook nog wat fraaie boetes achter de hand voor de verliezers van dit soort spelletjes. Hier een paar voorbeelden van dit soort “forfeits”:
-
Complimenten: het slachtoffer moet iedereen in het verzamelde gezelschap een welgemeend compliment geven.
-
Doe de Papegaai: Het slachtoffer vraagt aan iedereen: “Als ik een papegaai was, wat zou je me dan leren om te zeggen?”, en moet dan herhalen wat er gezegd wordt. Als een vrouw zegt: “Wie is er hier een mooie jongen?” zal de man haar moeten zoenen.
-
Tegenstelling: Vijf minuten lang moet het slachtoffer precies het tegenovergestelde doen van wat hem wordt opgedragen.
-
Beleefdheid: Het slachtoffer moet de kamer rondgaan en knielen voor de grappigste, buigen voor de mooiste en vervolgens degene waar ze het meeste van houden een zoen geven.
-
Stemmingenkamer: Het slachtoffer moet in één hoek van de kamer lachen, in een andere hoek zingen, in de derde hoek huilen en in de laatste dansen.
-
Dierenmagie: het slachtoffer gaat de kamer rond en vraagt aan iedereen wat hun favoriete dier is, en doet vervolgens dat dier na.