
sinterklaastips
Onze kinderen zijn Sinterklaas al lang ontgroeid, maar toch hebben we de hele puberteit door een paar vaste Sinterklaastradities gehandhaafd, waarvan ik er twee wil aanstippen, omdat ze altijd aanzienlijk bijdroegen tot de feestvreugde.
1 De Speurtocht
Het hoofdcadeau stond nooit klaar, maar was altijd verstopt, en er ging een speurtocht aan vooraf. Dat betekende dat de speurder een envelop kreeg met de eerste opdracht, bijvoorbeeld “Was de pure hagelslag niet op?” – in de voorraadkast zat dan op het pakje pure hagelslag een memosticker met de volgende opdracht die weer naar de volgende sticker leidde, en zo drie keer het hele huis door. De opdrachtjes kun je zo cryptisch maken als je zelf wil, of aangepast op degene die op speurtocht moet, maar maak ze vooral niet te makkelijk. Al is het wel leuk om er wat simpele opdrachten tussendoor te gooien, als “ga je haren kammen!”, met een briefje op de spiegel. De speurtocht was altijd een groot succes en bovendien sfeerverhogend. Een beetje beweging tussendoor kan ook geen kwaad.
2 De Gedichten
Ik was meestal degene die de meeste gedichten schreef, ook voor de kleinste extra-cadeautjes. Het is dan wel handig en ook erg leuk om er een soort “running gag” in te verwerken. Zo begon ik ooit elk gedicht met de zin “Aan het strand stil en verlaten”. De tweede zin was dan altijd weer anders (“stond daar een schaapje stil te blaten”, of “liep Balkenende in de gaten”), waarna het toch weer zijn eigen weg ging. Het effect is heel aardig (diepe zuchten, “nee, niet wéér”, tot uiteindelijk de slappe lach). “Dus voor die hoed allelujah, of desgewenst hoera, hoera” is ook heel geschikt als terugkerende zin.