Renske schreef een tijd geleden een schitterend
verhaal voor kinderen, maar ze was nog steeds niet toegekomen aan de laatste
tekeningen. We gaan het verhaal hier toch in als een soort feuilleton
plaatsen, want het is te leuk om in een la te laten liggen. Hier hoofdstuk
1. |

Er was eens een draakje, genaamd Herbert. Het was een heel gewoon draakje,
zoals er nog veel meer rondlopen. Hij had, zoals alle draken, twee
voorpootjes, twee achterpootjes, twee oortjes, twee hoorntjes en een staart
met een kwastje.
De meeste draken waren daar erg tevreden mee. Maar Herbert niet. Hij wilde
helemaal niet gewoon zijn! Hij wilde anders zijn dan alle andere draken. Hij
wilde Uniek zijn, en Belangrijk. Hij wilde dat waar hij ook maar was, mensen
(en draken) zouden zeggen: "Kijk, dat is niet zomaar een draakje, dat is
Herbert!" Hij wilde dat drakenmoeders hun drakenkindertjes over hem zouden
vertellen bij het slapengaan. Hij wilde dat men zijn Mening zou vragen over
zaken van Algemeen Belang.
Maar als hij probeerde Belangrijk te zijn, of Uniek, vonden de andere draken
dat alleen maar raar, of vervelend. Draken uit de straat kwamen bij zijn
moeder op de koffie om te praten over Herbert, schudden hun hoofd en het
kwastje van hun staart en zeiden tegen zijn moeder: "Het is toch wat. Een
draak is bescheiden. Men is misschien Nuttig, of men Onderscheidt Zich, maar
is zeer zeker niet Belangrijk of Uniek!"

En dus besloot Herbert op een dag bij zichzelf: "Ik ga de wijde wereld in,
ik ga op zoek naar een plek waar een draak Belangrijk en Uniek kan zijn, als
hij dat wenst." Hij pakte wat spulletjes in een valiesje: zijn
tandenborstel, een geruite deken, zijn regencape en een paar boterhammen met
kaas. Hij kuste zijn huilende moeder gedag en vertrok. Op zoek naar een plek
waar een draak anders kon zijn dan alle andere.

terug naar de startpagina van moors magazine
|