Onze aandacht werd getrokken door een opmerkelijk bericht. George W Bush heeft zesduizend dollar geschonken aan de Amerikaanse Hartstichting. Bush die vrij opvallend aan liefdadigheid doet? Merkwaardig. Het wordt nog merkwaardiger als we zien dat er ineens in dezelfde periode een hele rits aan Republikeinse senatoren en politici nogal nadrukkelijk en opvallend aan liefdadigheid bleken te doen. Er wordt veel geld geschonken aan goede doelen, en dan liefst in de staten waar de senatoren zelf vandaan komen, want dat levert straks natuurlijk de meeste kieswinst op. In vier dagen tijd werd er door vijfenzestig leden van het zittende congres ongeveer vierhonderdveertienduizend dollar weggegeven aan goede doelen.

Dat bedrag nu blijkt vrij nauwkeurig overeen te komen met het geld dat diezelfde politici hadden binnengehaald via Jack Abramov, de lobbyist die in het begin van die gulle week schuldig werd bevonden aan vijf misdrijven, waaronder fraude, belastingontduiking en samenzwering met het doel politici om te kopen. Het wordt nog even afwachten hoe lang Abramov de gevangenis in zal moeten, maar we kunnen in ieder geval constateren dat de gulle gevers van dit besmette geld niet door een plotselinge golf van naastenliefde overvallen werden, maar dat het hier ging om pure schaamte, terwijl je het zweetangst bijna kon ruiken.

Volgens de Washington Post gaat het hier om het grootste corruptieschandaal sinds generaties rond het congress. Bush deed het heel simpel af door te beweren dat Abramoff een “gelijkmatige geldverstrekker” was geweest. Dat is aantoonbaar nonsens, want Abramov was republikein in hart en nieren, en van zijn persoonlijke kapitaal heeft hij behoorlijk wat geld aan de republikeinen gedoneerd. Abramov was een essentieel onderdeel van het zogenaamde K Street Project, waarbij met veel succes geprobeerd werd om de lobbyende gemeenschap exclusief republikeins te maken. Vroeger gebeurde dat ook wel, en was er ook sprake van corruptie, maar zoals Hertzberg het onlangs in The New Yorker formuleerde – de politieke machines van toen hadden nog een zeker Robin Hoodgehalte. De armen kregen in ieder geval af en toe een baantje en er werden wat nuttige projecten opgezet. Het K Street Project is puur en alleen de Sherriff van Nottingham. Alleen de belangen van de rijken worden gediend, en dan met name de georganiseerde corporatieve rijken.

Bush en consorten zijn er dan ook heilig van overtuigd dat je alleen economisch en sociaal kunt groeien als je goed voor je rijken zorgt. Daarom moet je ze dan ook zo weinig mogelijk in de weg leggen, en daarom worden er onder Bush zoveel beperkende regels en voorschriften geschrapt en mogen bedrijven bijvoorbeeld weer meer vervuilen dan ooit, verliezen werknemers met de dag meer opgebouwde rechten, enzovoorts, allemaal voor de vooruitgang die ons meer welvaart zou moeten brengen.

De kern van het hele verhaal is, dat op dit moment schandalig genoeg de belangen van privaatgeld belangrijker zijn dan het algemeen belang. En zo’n gulle bui van Bush en zijn politieke maatjes is enkel en alleen een cynische en sluwe afleidingsmanoeuvre.

 


Lees kritisch verder over Bush: