boontjes
Louis Paul Boon werd in 1972 zestig jaar oud en besloot met pensioen te gaan. Dat betekende dat hij voor het dagblad Vooruit niet meer elke dag met het treintje naar Gent heen en weer hoefde te reizen. Opmerkelijk genoeg bleef hij ook na maart 1972 gewoon elke dag zijn Boontje schrijven, zijn dagelijkse rubriek, en sterker nog, in 1972 liet hij maar één dag verstek gaan, waardoor dit deel dikker is dan het vorige, waar hij steeds toch wel een week of wat door ziekte afwezig was.
In 1972 kwam ook eindelijk de erkenning en kreeg Boon een van de belangrijkste Belgische literaire prijzen, de driejaarlijkse Staatsprijs voor Verhalend Proza voor Pieter Daens. Verder kwam in dat jaar de Engelse vertaling uit van De Kapellekensbaan in New York, die ook nog eens lovende recensies kreeg in Amerika. Boon kreeg het daardoor in dit jaar ondanks zijn pensioen drukker dan ooit, en dat werd hem soms ook wat te veel, zoals je in de Boontjes regelmatig terug kunt lezen.
De Bende van Jan de Lichte komt ook in de Boontjes weer terug als vervolgverhaal, maar dit keer met een iets andere insteek dan het boek of de eerdere publicaties – de avonturen van de bende kenden de lezers nu wel uit de twee boeken, dus nu ging het over de identiteit en de achtergrond van de bendeleden – in elf afleveringen leren we ze beter kennen.
Boon blijkt gecharmeerd als Carmiggelt hem in een van zijn Kronkels noemt, maar bekent dat hij de Kronkels eigenlijk liever niet leest, omdat hij ze te goed vindt en hij zijn eigen stukjes niet te veel op Kronkels wil laten lijken. Welnu, dat is weer voortreffelijk gelukt, want Boon schreef zijn geheel eigen columns, die met niets of niemand te vergelijken waren of zijn, en menig columnist of stukjesschrijver van nu zal stinkende jaloers zijn op zelfs de mindere Boontjes.
Ook dit deel van de verzamelde Boontjes is weer voorbeeldig uitgegeven, in een hardcover van bijna vijfhonderd pagina’s met de voetnoten perfect achter elk Boontje, zodat je niet tot achterin het boek hoeft te bladeren. Die voetnoten zijn goed, maar wat mij betreft soms net iets te uitgebreid. De notensamensteller gaat waarschijnlijk uit van jonge lezers die vrijwel niets weten uit de jaren tachtig. Dat blijkt ook wel uit het nawoord, waarin kort wordt samengevat wat er zoal in 1972 gebeurde in de wereld. Nuttig als geheugen-opfrisser, dat zeker. Maar een boek als dit kan beter te uitgebreid zijn wat betreft nawoord en voetnoten dan te beperkt, dus je hoort me hier beslist niet klagen.
Twee Boontjes om de smaak een beetje te pakken te krijgen. Als je deze twee leuk vindt moet je het boek zeker aanschaffen, want er staan nog heel veel meer van dit soort juweeltjes in deze bundel. Een absolute aanrader.
- Louis Paul Boon – Boontjes 1972 – Roelants (v/h de Oude Mol) en Stichting Isengrimus – ISBN 978 9081 58055 7
- Bestel het boek hier bij een bekende webwinkel: Boontjes 1972
© Erven Louis Paul Boon