Betty van Garrel was drie dagen jonger dan Maarten Biesheuvel, en overleed in dezelfde week als Biesheuvel. Alle aandacht in de pers ging dan ook naar de korte verhalenschrijver, terwijl van Garrel het moest doen met een paar regels in NRC Handelsblad. Onterecht, want alleen al het feit dat ze samen met Herman Pieter de Boer het curieuze maar sublieme Zalig zijn de schelen schreef bezorgt haar wat mij betreft een plek in de eregalerij van de Nederlandse literatuur. Karel van het Reve zei over dat boek: „Dat heeft ons kleine land toch maar gepresteerd, zo’n bijzonder boek voort te brengen.” Dat boek is gelukkig onlangs voorbeeldig opnieuw uitgebracht door uitgeverij AFdH.

Armando, Betty van Garrel, Jan Cremer en Cornelis Bastiaan Vaandrager (foto Jacques Meijer)

Betty van Garrel werkte mee aan tv-kunstprogramma’s als De Ivoren Toren, Heilig Vuur en VPRO’s Atlantis en aan de met een Nipkowprijs bekroonde documentaire van regisseur Hank Onrust over de dirigent Willem Mengelberg. Ze publiceerde verder boeken over kunstenaars als Hans Scholze (samen met K.Schippers), Oey Tjeng Sit, tevens apotheker, de absurdist Henri Plaat en, in 2011, over de schilder en tekenaar van het Waallandschap Willem den Ouden. Voorjaar 2012 verscheen De Trommel van Else Berg. Van Garrel woonde in Bloemendaal en verlangde tot het laatst naar Amsterdam en naar de Toearegs uit de Centrale Sahara.

Als je gaat zoeken kun je nog veel meer boeken van haar vinden, onder meer een interviewboek, waarin ze mensen over hun grote liefde interviewde “Een liefde van”. Van Garrel was spits, altijd scherp en raak en had precies het juiste fingerspitzengefühl, wat haar altijd een genot maakt om te lezen. Een dame in de marge van de Nederlandse literatuur, maar een om zeker niet te vergeten!