laozi's dao de jing 10·11·12 - vertaald door ruud moors
10
Als je door middel van het besturen van je ziel het ene omarmt,
hoe kan je kracht je dan verlaten?
Als je zorgt dat je manier van doen zacht en buigzaam is,
is je kracht dan niet overeenkomstig die van een zuigeling?
De spiegel van je ziel schoonmaken,
kan dat zonder vlekken achter te laten?
De hemelpoort openen en sluiten,
is dat niet handelen volgens de bekwaamheid van het vrouwelijke?
Van het volk houden en het land besturen,
gaat dat niet het beste door de kracht van het niet-handelen?
Duidelijkheid bereiken,
kan dat niet het beste door bekwaam te zijn in het niet-weten?
11
Dertig spaken vormen samen een wiel,
door de lege ruimte kan het wiel om zijn as heen draaien.
Door het kneden van klei ontstaat een vat,
door de lege ruimte kan men het vat als vat gebruiken.
Wanneer men deuren en ramen uithakt ontstaat een kamer,
door de lege ruimte kan de kamer als kamer worden gebruikt.
Daarom is het voordeel van wat er is, de bruikbaarheid van wat er niet is.
12
Felle kleuren verblinden het menselijk oog.
Een overdaad aan geluid maakt de oren doof.
Teveel smaken maken de mond ongevoelig.
Jagen en jakkeren maken de geest ziek.
Moeilijk te verkrijgen artikelen verleiden de mensen tot slecht gedrag.
Daarom handelt de wijze mens niet vanuit zijn ogen,
maar vanuit zijn buik.
Daarom kiest hij voor het innerlijke en niet voor het uiterlijke.
De Dao De Jing van Laozi, door Ruud Moors direct uit het klassiek Chinees vertaald.
De eerste keizer van China, na de periode van de strijdende staten, was Qin Shi Huangdi, die heel China aan zich onderwierp. Het was een wrede keizer die slecht tegen kritiek kon.
Aangezien de geleerden in zijn tijd de gewoonte hadden om hun kritiek te verpakken door te verwijzen naar de wijsheid van de vroegere filosofen en heersers, iets dat de keizer al snel mateloos irriteerde, verbood hij de geleerden nog te verwijzen naar die filosofen en heersers en gaf hen de opdracht alle boeken die hem niet welgevallig waren te verbranden.
Een verboden boek in bezit hebben betekende de doodstraf. Gelukkig regeerde deze keizer niet erg lang (van 221 tot 208 voor onze jaartelling).
Na zijn dood schreven de geleerden die de klassieken nog uit het hoofd kenden, die ook weer op. Ook werden er, soms pas na eeuwen, verborgen manuscripten ontdekt van die oude meesters. Dan waren soms wel gedeeltes vergaan, of waren de touwtjes waarmee de bamboe-latjes waarop geschreven werd, vergaan, waardoor die latjes allemaal los waren komen te liggen, waardoor, bij het opnieuw in elkaar zetten een latje makkelijk op een verkeerde plek geplaatst kon worden.
Ook bij de Dao De Jing gebeurde dat. Daarnaast schreven degenen die kopieerden hun commentaar tussen de tekst en werd dat commentaar door latere kopiïsten als deel van de tekst gekopieerd.
Zo ontstonden er verschillende versies van de Dao De Jing. Eind vorige eeuw vond men een oude versie van de Dao De Jing die nu bekend staat als de Ma-wang-tui tekst, met een totaal andere volgorde van de hoofdstukken, en een andere nummering van sommige hoofdstukken. Toch wijkt de inhoud niet erg af van de versies die daarvoor al bekend waren, hoewel er ook nog oudere versies zijn gevonden die veel beknopter waren en waar een aantal hoofdstukken niet in voorkwamen. Ik hou, in mijn vertaling, de volgorde aan zoals die al eeuwen wordt aangehouden, maar heb inhoudelijk de Ma-wang-tui versie wel bestudeerd.
Ruud Moors