10

 

Als je door middel van het besturen van je ziel het ene omarmt,

hoe kan je kracht je dan verlaten?

Als je zorgt dat je manier van doen zacht en buigzaam is,

is je kracht dan niet overeenkomstig die van een zuigeling?

De spiegel van je ziel schoonmaken,

kan dat zonder vlekken achter te laten?

De hemelpoort openen en sluiten,

is dat niet handelen volgens de bekwaamheid van het vrouwelijke?

Van het volk houden en het land besturen,

gaat dat niet het beste door de kracht van het niet-handelen?

Duidelijkheid bereiken,

kan dat niet het beste door bekwaam te zijn in het niet-weten?

 

11

 

Dertig spaken vormen samen een wiel,

door de lege ruimte kan het wiel om zijn as heen draaien.

Door het kneden van klei ontstaat een vat,

door de lege ruimte kan men het vat als vat gebruiken.

Wanneer men deuren en ramen uithakt ontstaat een kamer,

door de lege ruimte kan de kamer als kamer worden gebruikt.

 

Daarom is het voordeel van wat er is, de bruikbaarheid van wat er niet is.

 

12

 

Felle kleuren verblinden het menselijk oog.

Een overdaad aan geluid maakt de oren doof.

Teveel smaken maken de mond ongevoelig.

Jagen en jakkeren maken de geest ziek.

Moeilijk te verkrijgen artikelen verleiden de mensen tot slecht gedrag.

 

Daarom handelt de wijze mens niet vanuit zijn ogen,

maar vanuit zijn buik.

Daarom kiest hij voor het innerlijke en niet voor het uiterlijke.



verder