laozi's dao de jing 16·17·18 - vertaald door ruud moors
16
Door bescheidenheid de top bereiken,
en dat verdedigen door betrouwbaar en kalm te zijn.
Door dit standpunt in te nemen keer ik terug
naar het begin van het onderscheiden.
Alles wat zich van elkaar onderscheidt, zal terugkeren
en zich samenvoegen met de oorsprong.
Terugkeren tot de oorsprong brengt kalmte.
Kalm keren we terug naar ons lot.
Terugkeren tot het lot noemen we onveranderlijkheid.
Weten wat onveranderlijk is noemen we helderheid.
Door niet te weten wat onveranderlijk is,
gaat men lichtvaardig met het noodlot om.
Door het begrijpen van de kennis van het onveranderlijke,
begrijpt men ook wat juist is.
Wat juist is, is compleet
en wat compleet is, behoort tot de hemel.
De hemel behoort aan dao en dao is van zodanig lange duur
dat er tot het einde van je bestaan geen gevaar zal zijn.
17
De allerhoogste, niemand weet wie het is.
Degene die er op volgt wordt gekend en geprezen.
Dan komt degene die gevreesd wordt
en vervolgens degene die veracht wordt.
Wie niet genoeg vertrouwen heeft
zal het met wantrouwen moeten doen.
Maak jezelf kalm en kies je woorden zorgvuldig.
18
Zelfs als de grote dao niet wordt gebruikt,
is er menselijkheid en rechtschapenheid.
Zelfs als verstand en kennis worden gebruikt,
worden er grote fouten gemaakt.
Zelfs als er tussen de families geen harmonie is,
is er genegenheid tussen ouders en kinderen.
Zelfs als een natie wanordelijk en warhoofdig wordt geregeerd,
zijn er loyale ministers.
De Dao De Jing van Laozi, door Ruud Moors direct uit het klassiek Chinees vertaald.
In hoofdstuk 17 gaan de eerste vier zinnen, volgens mij, over degene die de macht heeft. De hoogste leider is degene met de minste reputatie. Dat is ook de beste leider, juist omdat hij zijn reputatie niet centraal stelt.
Iedereen weet wie Alexander de Grote is. Dat was een ‘leider die gevreesd werd’. Toen hij Perzië binnenviel maakte hij een einde aan driehonderd jaar vrede. Stel je dat eens voor; driehonderd jaar onafgebroken vrede. De leiders die dat voor elkaar boksten; niemand weet (meer) wie dat waren. De klootzak die die langdurige vrede kwam verstoren wordt nog steeds geëerd. De Grieken hebben hem, nog niet zolang geleden, tot ‘Grootste Griek Aller Tijden’ gekozen. Ook onze kroonprins is naar die veroveraar genoemd.
Ook in China was het zo dat, als een volk niet wist wie de leider was, dat voor dat volk gunstig was. Als een leider bekend was, was dat vaak omdat hij een groot beroep op de bevolking deed (zoals bij het bouwen van de muur of het voeren van oorlog). Het volk was dus veel beter af met een leider die weinig van het volk vroeg en een zo klein mogelijk beroep op dat volk deed.
De waarlijk wijze leiders worden vergeten en de dwaze, zelfzuchtige leiders lijken de geschiedenis te maken. Het is goed om te beseffen dat niet degenen met de grootste reputatie de beste leiders zijn, maar degenen die door iedereen weer vergeten worden, en waarvan niemand meer weet wie het ook alweer waren.
Ruud Moors