
laozi's dao de jing 19·20·21 - vertaald door ruud moors
19
Als de grootste wijze afstand neemt van vertoon van wijsheid,
dan heeft het volk daar honderdvoudig voordeel van.
Als degene met de grootste menselijkheid afstand neemt van vertoon van rechtschapenheid,
dan keert het volk terug naar genegenheid tussen ouders en kinderen.
Als degene met de knapste kop afstand neemt van het maken van winst,
dan is er voor dieven geen buit om te stelen.
Zelfs deze drie samen veroorzaken niet voldoende beschaving,
en worden daarom van minder belang geacht,
dan het terugkeren naar de basis en het koesteren van de oorsprong.
Maak je ego klein en vrij van begeerte.
Ga tot het uiterste met deze studie
en je hoeft je nergens zorgen over te maken.
20
Alleen en samen, hoeveel afstand ligt daartussen?
Goed en kwaad, hoe kunnen we dat onderscheiden?
Als een mens bang is zijn plaats te verliezen, dan kan hij niet zonder angst zijn.
Onzekerheid! Er komt geen einde aan!
Veel mensen zijn tevreden.
Ze genieten optimaal en komen vol levenslust het toneel op.
Alleen ik blijf achter het gordijn staan, omdat niemand mij een teken geeft,
niets onderscheidend, zoals een pasgeboren zuigeling,
uitgeput en neerslachtig, zonder plaats om naar terug te keren.
Veel mensen hebben genoeg aan elkaar, alleen ik lijk vergeten.
Ik heb het hart van een eenzame dwaas.
Voor gewone mensen is alles helder, alleen ik leef in de mist.
Gewone mensen zijn nieuwsgierig, alleen ik blijf mij maar vervelen.
Heen en weer, zoals de zee, zonder grenzen, alsof er nooit een einde aan komt.
Veel mensen vinden zich in elkaar, alleen ik ben koppig en alleen.
Alleen ik verschil van de andere mensen, omdat ik mij voed aan de bron.
21
De inhoud van deugd is leegte, alleen zo volgt het dao.
Als je dao als een ding beschouwt, dan schijnt alles alleen maar onduidelijker te worden.
Onduidelijk! Vaag! Alleen zo kan men er zich een beeld van vormen.
Vaag! Onduidelijk! Alleen zo schijnt het ergens op te lijken.
Diep! Ondoorgrondelijk! Alleen zo lijkt de essentie te bereiken.
Als men er op durft te vertrouwen, is de essentie buitengewoon werkelijk.
Van de oudheid tot nu toe is zijn naam nog niet verdwenen,
zoals veel generaties ondervonden hebben.
Hoe ik weet dat veel generaties zich in die situatie bevonden?
Hierdoor!
De Dao De Jing van Laozi, door Ruud Moors direct uit het klassiek Chinees vertaald.
Dat ‘dao’ een moeilijk te definiëren iets is, blijkt ook hier weer, in hoofdstuk 21. Dat hoofdstuk doet me weer aan een liedje van Iris Dement denken met de fraaie titel ‘let the mystery be’. Dat geldt hier ook. Laat het mysterie het mysterie. Probeer niet om het helder te krijgen. Doe geen poging het te zien. Laat het maar gewoon een mysterie zijn. De essentie van een mysterie is per slot van rekening dat het een mysterie is en door het te verklaren leer je het juist niet kennen.
Hoofdstuk 20 is een vreemd hoofdstuk omdat het heel persoonlijk lijkt te zijn. Alsof de schrijver niet alleen zijn gedachtes met ons wil delen maar ook zijn gevoelens van eenzaamheid. In de rest van de Dao De Jing worden de gevoelens van de schrijver niet zo specifiek benoemd. Het is een soort eenzaamheid die ik overigens wel herken; alsof ik dingen snap die anderen niet snappen en alsof anderen weer dingen snappen die ik weer niet snap. Zo zie je dat je zelfs gevoelens kunt delen met iemand die al duizenden jaren dood is.
Dat is de kracht van poëzie, denk ik.
Ruud Moors