![](https://www.moorsmagazine.com/images16/daodejing.jpg)
laozi's dao de jing 70·71·72 - vertaald door ruud moors
De Dao De Jing van Laozi, door Ruud Moors direct uit het klassiek Chinees vertaald.
De laatste twee zinnen van hoofdstuk 70 maken duidelijk dat de wijze mens zijn wijsheid niet etaleert, maar verbergt. Die gedachte komt vaker terug in de Dao De Jing, bijvoorbeeld in de eerste zinnen van hoofdstuk 65: “Zij die in de oudheid goed waren in het dienen van dao, deden dat niet door hun wijsheid aan het volk te tonen. Ze gedroegen zich eerder als dwazen.” Toen Confucius, volgens een oud verhaal, zijn beklag deed bij Laozi, omdat niemand zijn ideeën wenste na te volgen, antwoordde Laozi: “Beste Kongzi, je weet toch dat de ware wijze de wereld verlaat zoals ie ‘m heeft aangetroffen.”
De eerste twee zinnen van hoofdstuk 71 hebben een diepgang, die vooral duidelijk wordt als je die zinnen op je in laat werken. Feitelijk is het zo dat degene die beseft dat er meer is dan dat beetje dat ie weet, meer weet dan degene die denkt dat wat hij weet alles is wat er te weten valt. Alleen als je beseft hoe weinig je weet, kun je je weten uitbreiden en dus meer te weten komen. Als je daarentegen gelooft dat je alles weet wat er te weten valt, dan zul je niets meer bijleren, juist omdat je genoegen neemt met het weinige dat je weet. Met andere woorden; mensen die menen alles zeker te weten, weten feitelijk niets. Alleen degenen die beseffen hoe weinig ze weten, hebben werkelijk kennis.
Het eerste deel van hoofdstuk 72 lijkt wel geschreven als reactie op datgene dat er in (oonder meer) Tunesië, Libië en Syrië aan de hand is. Toch is deze tekst al 2500 jaar oud! In die 2500 jaar hebben machthebbers blijkbaar niets geleerd. Ze blijven immers maar dezelfde fouten maken, zoals in de hoofdstukken die hierop volgen ook duidelijk zal blijken.
Ruud Moors
70
Wat ik zeg is buitengewoon gemakkelijk te begrijpen
en buitengewoon gemakkelijk te volgen,
toch is er in de hele wereld niemand met de bekwaamheid om mij te begrijpen
en is er niemand die mij kan volgen.
Woorden hebben tot doel om zaken te verduidelijken.
Alleen door dit niet te begrijpen, begrijpt men mij ook niet.
De mensen die mij begrijpen zijn zeldzaam.
Degenen die mij als maatstaf zien zijn waardevol.
De wijze mens bedekt zich met grof geweven kleding
en draagt zijn kostbaarheden in zijn boezem.
71
Weten dat men niet weet is het beste.
Niet weten dat men niet weet is een gebrek.
Alleen als er een gebrek aan dit gebrek is,
is er geen gebrek.
De wijze mens is niet gebrekkig.
Omdat hij een gebrek aan dit gebrek heeft,
daarom heeft hij geen gebrek.
72
Als het volk niet bang is voor de machthebbers,
dan is dat de reden dat die hun macht tot het uiterste zullen vergroten.
Als de mensen zich niet op hun gemak voelen op de plek waar ze wonen,
en ontevreden zijn met de plek waar ze zijn geboren,
dan is het alleen al omdat ze hier ontevreden mee zijn,
dat ze geen tevredenheid kennen.
Daarom heeft de wijze mens
kennis van zichzelf zonder zichzelf tot maatstaf te maken,
liefde voor zichzelf zonder zichzelf van grote waarde te achten.
Daarom richt hij zich op het ene en niet op het andere.