furore nummer 27, januari 2022
Furore is een zeer bijzonder tijdschrift. Het bestaat al sinds 1975 en is nu, na zesenveertig jaar, toe aan het zevenentwintigste nummer. Dat het blad niet echt regelmatig verscheen heb je dan al wel begrepen. Tegenwoordig lijkt het één keer per jaar te verschijnen. Nummer 27 komt uit in oktober 2021 maar staat gedateerd op januari 2022. Dat maakt feitelijk niets uit, want elk nummer van Furore is volkomen tijdloos – directeur, schrijver en vormgever Piet Schreuders maakt het blad puur en alleen voor zijn eigen plezier, en wil vooral zijn eigen enthousiasmes delen, en daar blijken voldoende lezers het mee eens te zijn.
In dit nummer 27 is er buitengewoon veel aandacht voor Willem Frederik Hermans, vooral aan de hand van twee fotosessies die gemaakt werden voordat de schrijver echt doorbrak. Je vindt in dit nummer een aantal foto’s die nooit eerder te zien waren, en bovendien is er, geheel in de stijl van Furore, precies uitgezocht waar ze gemaakt zijn en wanneer. Ik moet bekennen dat ik geen liefhebber ben van Hermans, die ik samen met Mulisch en Reve zwaar overschat vind (ik hou zelf veel meer van schrijvers als Gerrit Krol, K. Schippers en C. Buddingh’, schrijvers die wat ondergewaardeerd worden voor mijn gevoel), maar ik moet meteen ook bekennen dat ik door de reportage en het onderzoek in Furore toch weer meegesleept werd op de fotosessie met Cas Oorthuys, waarbij Reve en Hermans zich van hun vrolijkste kant lieten zien.
En wat dan ook weer typisch Furore is – op die wandeling van fotograaf en schrijvers door Amsterdam kwamen ze ook langs het Frederiksplein, waar een grote beeldententoonstelling plaatsvond. Oorthuys maakte twee foto’s van Hermans bij een van de beelden, maar Furore zocht uit wat er verder te zien was, en dat levert een aantal fascinerende bladzijden op met foto’s van maar liefst 44 beelden. Kijk, dat is nu speurwerk waar ik heel erg blij van word. En wat zou het heerlijk zijn als er nu weer zo’n tentoonstelling gehouden kon worden, gewoon op een openbaar plein. Ik snak naar dit soort manifestaties.
Nog meer onderzoek werd gedaan door Patrick Tersteeg, die in Londen op zoek ging naar de locaties van de Blake en Mortimer-strip Het Gele Teken. Uit de archieven komen de guitenstreken van Pim en Propke – een staaltje plagiaat waar Hergé’s Kwik en Flupke werden ingevuld door Aloha-redacteuren Wim Noordhoek en Rogier Proper. Hergé zelf bleek overigens wat laconieker op dit plagiaat te reageren dan zijn erfgenamen dat plegen te doen.
Kort samengevat – als je een liefhebber van WF Hermans bent is dit nummer van Furore een absolute must, ben je dat niet, dan is het nog steeds een absolute aanrader. En let dan vooral op de details, want die zijn in elke Furore weer de moeite waard en als je even niet oplet lees je er zo overheen, zoals op de colofonpagina, onder de kop Furore: “vooraan in ons streven naar constant kwaliteitsverllies”.
En let op de kleine lettertjes!
© Piet Schreuders 2021 Furore