Man van het Jaar is de overkoepelende titel van een ietwat merkwaardige reeks stripboeken, over mensen die een allesbepalende rol hebben gespeeld in de geschiedenis. Ze zitten in ons collectieve geheugen, terwijl we vaak niet de hele geschiedenis achter de mens of de gebeurtenis kennen. Het vreemde aan de reeks is dat er nauwelijks onderscheid gemaakt wordt in belangrijkheid, lijkt het wel. We stappen zo over van de eenzame student die een tank tegenhield op het Tien a Minhplein in Peking naar de man die King Kong bedacht.

Dat verhaal is overigens ook interessant genoeg, maar wel van een geheel andere orde, wat mij betreft. Afijn. In 1933 had Hollywood het moeilijk, maar Merian C Cooper, die rijk geworden was in de vliegtuigindustrie, wou een film maken met een enorme gorilla in de hoofdrol, en hij ging dat samen met Ernest B Schoedsack doen. Dat had nog wel wat voeten in de aarde, want de effecten waren spectaculair en nieuw, maar ze wilden de mythe van de reusachtige gorilla, King Kong, zo ovetuigend mogelijk op het scherm brengen.

Deze strip vertelt hun fascinerende verhaal, en het verhaal van de eerste grote, klassiek geworden fantasyfilm voor een groot publiek.

• Pécau & Nenadov – Man van het Jaar 1933 – De man die King Kong bedacht – Uitgeverij Daedalus – hc -€ 21,95