Sprookjes
Veel sprookjes zijn ooit hun leven begonnen als spannende verhalen voor bij het haardvuur. Van generatie op generatie werden ze aan elkaar doorverteld. Alleen al daardoor ontstonden er verschillende varianten van dezelfde verhalen. Iedere verteller voegde er elementen aan toe of liet elementen weg.

Zelfcensuur
Op een gegeven moment werd een groot aantal van die verhalen door mensen als Hans Christiaan Andersen en de gebroeders Grimm verzameld en op schrift gesteld. Als je een verhaal op papier zet, leg je een bepaalde versie vast. De kans dat je jezelf dan enigszins gaat censureren, is niet denkbeeldig. Je wilt immers niet dat je boek verboden wordt en je wilt graag veel exemplaren verkopen. Dus pas je je verhalen aan.

Roodkapje
Het sprookje van Roodkapje bijvoorbeeld, moet ergens in de Middeleeuwen zijn ontstaan. De oorspronkelijke versies waren nogal grof en seksueel van aard. Roodkapje ging oorspronkelijk over verkrachting. In een vroege orale versie wordt Roodkapje door de wolf gedwongen om zich langzaam voor hem uit te kleden, waarna ze bij hem in bed moet kruipen. Dan dient ze al zijn lichaamsdelen als ‘groot’ te benoemen; grote oren, grote neus, grote schouders, grote borstkas, grote buik…
De rest laat ik aan je fantasie over…

Poepen
In die vroege versie weet Roodkapje zich zelf uit die netelige situatie te bevrijden, doordat ze zegt nodig te moeten gaan poepen. De wolf bindt een touw om haar middel zodat ze buiten op de poepdoos haar behoefte kan doen. Ze maakt zichzelf los en maakt het touw vast aan een boom. Zo ontsnapt ze.

Onnozel wicht
Charles Perrault is, in 1697, de eerste die het verhaal van Roodkapje, dat toen al honderden jaren oud was, opschrijft. In zijn versie wordt Roodkapje een onnozel wicht dat met huid en haar wordt verslonden. Omdat hij zijn verhaal mede schreef voor de hofdames van Versailles, maakte hij er een morele waarschuwing van voor roofdierachtige mannen die vrouwen met hun praatjes proberen te verleiden tot seksuele escapades.

Ongehoorzaam
In het begin van de negentiende eeuw schrijven de gebroeders Grimm hun versie op van het verhaal van Roodkapje. Ze maken er een ongehoorzaam meisje van dat daardoor in de problemen komt en met wie het slecht zou zijn afgelopen als er niet een volwassen jager was geweest die dat ongehoorzame kind uit de klauwen en de buik van de wolf zou hebben gered, Het verhaal van Roodkapje is dan radicaal van aard veranderd.

Niet slim maar ongehoorzaam
Roodkapje is hier geen slachtoffer meer van een wellustige wolf, die ze te slim af weet te zijn, maar een ongehoorzaam kind dat van geluk mag spreken dat die ongehoorzaamheid haar niet fataal is geworden.

Te eng voor kinderen?
Ik was nog maar net in de twintig toen ik naar de KLOS ging, een opleiding voor kleuterleid(st)ers. Ik was daar de eerste man. Het was een echte praktijkschool, dus liep ik meteen stage op een kleuterschool. Daar moest ik oefenen in het vertellen van verhalen aan de kleuters. Ik dacht dat ik me geen buil kon vallen aan een sprookje als ‘Roodkapje’ omdat dat sprookje algemeen bekend was en omdat het speciaal voor kinderen was geschreven (dacht ik toen nog). De juf waarbij ik stage liep, vond evenwel dat ik dat sprookje moest ‘kuisen’. Dat grootmoeder en Roodkapje door de wolf werden opgegeten en dat de jager daarna de wolf opensneed om ze er weer uit te halen, achtte zij veel te eng voor die onschuldige kindertjes. En dat de buik van die arme wolf vervolgens met stenen werd gevuld en weer dicht werd genaaid, waarop die wolf in de rivier werd gegooid om daar te verdrinken, was haar helemaal een doorn in het oog. Ik wist niet goed hoe ik daarop moest reageren. Hoe kan je een verhaal vertellen als je de meest essentiële onderdelen van dat verhaal weg moet laten?

De oorspronkelijke versie
Als ik de oorspronkelijke versie van het verhaal van Roodkapje had durven vertellen, was de boot helemaal aan geweest. Waarschijnlijk had ik dan niet langer stage mogen lopen op die kleuterschool. Volkomen terecht overigens. Je gaat kleuters niet lastig vallen met wat in essentie een verkrachtingsverhaal is.

Roodkapje spannend houden
Als je de geschiedenis van het verhaal van Roodkapje kent, dan is de versie die ik niet mocht vertellen al een zeer gekuiste versie. Kun je die nog verder kuisen zonder dat je met een volslagen oninteressant verhaal blijft zitten?

Hee jij daar, met je rooie kapje…
Er was eens een meisje dat door haar moeder gevraagd werd om een mand met lekkers naar haar grootmoeder te brengen. Om bij grootmoeder te komen moest ze door een donker bos. Om niet op te vallen sloeg ze een rood manteltje met capuchon, om. ‘Een knappe wolf die zo ziet dat ik geen lieveheersbeestje ben,’ dacht ze bij zichzelf. Ze verborg haar blonde lokken onder het rode kapje, nam het mandje met lekkers en huppelde het bospad op. Terwijl ze zo huppelde, zong ze een vrolijk lied over vlindertjes en bijtjes en zwaaide ze met haar mandje. Bij een grote dikke eik stond een eenzame wolf. ‘Hee jij daar, met je rode kapje,’ zei hij, ‘wil je wel eens snel van het pad afdwalen en rap een beetje.’ ‘Je denkt zeker dat ik gek ben,’ antwoordde Roodkapje.

De wolf
De wolf zuchtte: ‘Toe nou, kom even met mij mee het pad af, heel even maar.’ ‘Ja ja, en dan verdwaal ik en dan ga jij naar grootmoeder’s huis en dan ga je in haar bed liggen en dan moet ik opnoemen wat er allemaal groot aan je is, eh, nee, mij niet gezien.’ En terwijl de wolf tandenknarsend achterbleef huppelde ze het bospad af totdat ze bij het huisje van grootmoeder kwam. Ze klopte netjes op de deur en trok daarna aan het touwtje dat Jan Terlouw uit de brievenbus had gehangen zodat grootmoeder niet uit bed hoefde te klimmen om de deur open te doen. Dat was maar goed ook, want grootmoeder was een beetje kwakkelig en voelde zich niet heel erg lekker. Vrolijk zette Roodkapje het mandje met voedingswaren op het tafeltje in het midden van de kamer en vroeg: ‘Grootmoeder, hoe gaat het met u?’ ‘Nou, niet zo best kindje,’ zei grootmoeder. ‘Wat vervelend nou,’ zei Roodkapje, ‘zal ik uw kussens even opschudden en een kopje thee voor u zetten?’ ‘Nou, als je dat zou willen doen, graag!’ antwoordde grootmoeder. Dus zette Roodkapje een heerlijk kopje thee voor grootmoeder en smeerde een boterhammetje en schudde de kussens op, waardoor grootmoeder zich alweer een heel stuk beter voelde. Roodkapje bleef nog een hele poos bij grootmoeder om voor haar te zorgen totdat grootmoeder weer helemaal de oude was. En ja hoor, op een gegeven moment was dat oudje weer helemaal de oude en liep Roodkapje, via een ander bospad, om de wolf niet tegen te komen, terug naar huis. En misschien vragen jullie je af wat er dan met die wolf gebeurd is? Nou, als hij niet naar huis is gegaan staat hij daar nog steeds te tandenknarsen bij die grote dikke eik in dat donkere bos…

Kuis
Ik vraag me af of de kleuters op de kleuterschool waar ik, zo’n vijfenveertig  jaar geleden, stage liep, dat verhaal hadden kunnen waarderen. De juf had het waarschijnlijk prachtig gevonden. Een gekuister versie van het verhaal van Roodkapje kan ik me immers nauwelijks voorstellen.

Schepje bovenop
Overigens komt het ook steeds vaker voor dat hedendaagse schrijvers het verhaal van Roodkapje juist minder kuis maken, terugkeren naar de oorspronkelijke, orale verhalen en daar soms nog een schepje bovenop doen. Dat in die verhalen Roodkapje geen willoos slachtoffer meer is, past natuurlijk ook bij de tijdgeest waarin vrouwen niet meer als makke schapen worden gezien.

Althans…