dick raaijmakers - monografie
Dick Raaijmakers is een buitengewoon intrigerende kunstenaar, componist, dichter, schrijver en toneelmaker. Een soort creatieve homo universalis die altijd volstrekt zijn eigen gang ging zonder zich iets aan te trekken van welke stroming dan ook op kunstgebied, maar ook in de muziek en de toneelwereld is hij een volstrekt unieke persoonlijkheid. Zijn pionierswerk in de elektronische muziek is in een paar cd-boxen uitvoerig gedocumenteerd, en nu is er daarnaast de Monografie, die uitgebreid aandacht schenkt aan alle verdere werkterreinen van deze fascinerende man.
Raaijmakers zelf zei ooit vrij lakoniek in een interview: “Een stuk van mij gaat een paar keer, daar moet je toevallig bij zijn, en dan verdwijnt het weer.” Zelf ben ik ooit bij een van de “lezingen” geweest die hij gaf rond een van zijn projecten die geïnspireerd waren door de korte film Night Owl van Laurel en Hardy, en het was een ervaring die ik niet snel zal vergeten – het was veel meer dan een lezing, het was een complete voorstelling die ging over het geluid in de eerste geluidsfilm van Laurel en Hardy – het was tegelijkertijd een les in luisteren en in kijken, en vooral ook een zeer humoristische voorstelling die wist te verbazen en inspireren.
Als ik de ruim vijfhonderd pagina’s tellende Monografie lees vind ik het achteraf jammer dat ik zoveel van Raaijmakers voorstellingen heb gemist. Ze zijn vaak alleen op foto vastgelegd, en die foto’s, en de omschrijvingen, maken je alleen maar nieuwsgieriger. De twee bovenste foto’s hier rechts laten bijvoorbeeld zien hoe Raaijmakers tijdens een voorstelling een microfoon onder water zet en, aan het eind van de voorstelling waarin op twaalf verschillende manieren microfoons werden vernield, de kale luidsprekers die eerder het geluid van die microfoons hadden laten horen, verbrandt. Mocht je nu al nieuwsgierig zijn naar de verschillende manieren waarop er met die microfoons werd omgesprongen: de eerste werd met een elektrische miniatuurboortol opengeboord, van de tweede werd het membraan met een lancetmesje verwijderd, de derde werd doormidden gezaagd, de vierde werd met een slijpmachine voor de helft weggeslepen, de vijfde werd verbrand, van de zesde werd het membraan met methyleenchloride opgelost via een druppelaar, de zevende werd onder water gezet, de achtste werd met een speciale pletmachine uiterst langzaam geplet, van de negende werd het membraan met een geconcentreerde persluchtstraal weggeblazen, de tiende werd verpletterd, de elfde gekookt en de twaalfde werd met explosieven opgeblazen. Kijk, daar was ik nu graag bij geweest.
Ook in Fort Asperen had ik graag rondgelopen toen Raaijmakers er Fort Klank van had gemaakt. Dat betekende dat in één ruimte 450 kilo zware en zes meter lange schrapers een mix produceerden van laagfrequent dreunen, bazuinachtige glijklanken en hoog snerpende gilgeluiden, terwijl in een andere ruimte zware houten stampers het fort lieten resoneren door loodrecht op een houten vloer te vallen. Dan was er nog een oorverdovende waterval, supersonische fluitjes die de bijna onhoorbare geluiden van vleermuizen suggereerden, een druppelinstallatie, een tikinstallatie, een berenklauwinstallatie, en een twee meter hoge vierkante marmeren gong. Dan gaat het niet alleen maar over de grenzen van muziek en over geluid en klank, maar ook over beeld en over kunst.
Het is zeer verleidelijk om nog veel meer voorbeelden van Raaijmakers’ werk te geven, maar je kunt veel beter zelf dat boek aanschaffen, want een eigenzinniger en inspirerender kunstenaar/componist/schrijver/etc zul je niet snel weer vinden. Zo is onder meer zijn lange geïllustreerde essay De Kunst van het Machinelezen integraal in het boek opgenomen, mét de latere aantekeningen en aanpassingen van Raaijmakers.
Nog eentje dan. Raaijmakers is niet alleen een zeer inspirerende man, hij liet zich zelf ook nadrukkelijk door anderen inspireren. De maquette van de Scheuermachine (zie hier rechts) is geïnspireerd op de kleurentheorieën van Scheuer, terwijl de vormgeving geënt is op een aquarel van Kandinsky (zie hieronder). Het is een zogenaamd licht-kinetisch kunstwerk geworden waar in het boek een heel hoofdstuk aan gewijd is.
Raaijmakers Monografie is kortom een buitengewoon intrigerend, fascinerend en vooral ook inspirerend boek van een man die zich niets van grenzen aantrok en die onbekommerd muziek, kunst, literatuur, poëzie, filosofie, toneel en nog veel meer met elkaar verbond, en die daarin altijd grensverleggend en buitengewoon avontuurlijk bezig was. En bovendien mocht er bij Raaijmakers ook altijd gelachen worden.
-
Dick Raaijmakers – Monografie – redactie Arjen Mulder en Joke Brouwer – Uitgegeven door V2_Publishing – ISBN 978-90-5662-599-3