de definitieve versie van der erlkönig
Der Erlkönig is een lied van Schubert op een tekst van Goethe. Het gaat over een vader die met zijn zoontje voor zich op zijn paard door het bos snelt. Het zoontje heeft koorts en ziet in de mist en de struiken de Elzenkoning en zijn dochters die hem roepen. Hij ijlt dus, en aan het eind van het lied is het jongetje dood. Het nummer is door ontelbaar veel klassieke zangers uitgevoerd, maar er zijn ook moderne versies, zoals de ingetogen popversie van Achim Reichel, of de elektronische versie zonder tekst van Dick Raaymakers. Als het lied goed wordt uitgevoerd is het echt een kippenvelverwekkend brok-in-de-keellied. Nu zijn er veel beroemde uitvoeringen van mannen als Dietrich Fischer-Dieskau en andere grote namen. Toch maken die lang niet zoveel indruk als de versie van bijvoorbeeld Marian Anderson, een zwarte Amerikaanse operazangeres die het nummer met een licht Amerikaans accent toch heel aangrijpend weet te brengen. Maar de definitieve versie staat wat mij betreft op naam van de Duitse zanger Hans Hotter, die me elke keer tegen het eind van het lied weer kippenvel weet te bezorgen. Ik kende Hotter verder helemaal niet, maar de man blijkt een behoorlijk oeuvre aan prachtige opnamen te hebben achtergelaten. Wat mij betreft is hij dan ook een van de grootste zangers van de vorige eeuw. Zijn begeleider is hier overigens de pianist Gerald Moore.
Erlkönig
Johann Wolfgang Goethe
Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.
Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht? –
Siehst Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron und Schweif? –
Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif. –
»Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel ich mit dir;
Manch bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand.«
Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht? –
Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind;
In dürren Blättern säuselt der Wind. –
»Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schön;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn
Und wiegen und tanzen und singen dich ein.«
Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort? –
Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. –
»Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt;
Und bist du nicht willig, so brauch ich Gewalt.«
Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan! –
Dem Vater grauset’s, er reitet geschwind,
Er hält in den Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Mühe und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.
Kippenvelliedjes:
- And the Band played Waltzing Matilda
- Kilkelly
- Amsterdam huilt
- Singing the spirit home
- Across the great divide
- Strange Fruit
- Sam Stone
- Miss Otis Regrets
- Sammy’s Song
- Horse out in the rain
Knusliedjes:
Definitieve versies: