folkwoods 2011 - dag 1
Folkwoods was voor ons twee jaar geleden een bijzondere, aangename ontdekking. Grote festivals zijn voor ons al snel te massaal en de programmering te voorspelbaar populair, dus je moet blijven zoeken naar kleinere festivals die wat avontuurlijker programmeren. De hele kleintjes ter grootte van een dag, zoals Take Root en TradIt! zijn vaak erg leuk, maar Folkwoods is echt een buitenfestival van drie dagen waar op meer dan drie podia van alles te beleven valt voor jong en oud, en waar de sfeer buitengewoon goed is. Twee jaar geleden waren we er omdat ze toen Fratelli Mancuso hadden geprogrammeerd, wat toch van enig lef getuigt, en dit jaar waren we er weer.
Het festival vindt plaats in het Philips de Jongh Wandelpark, aan de rand van Eindhoven, een mooi knus terrein met een groot grasveld voor het hoofdpodium, voldoende stoelen, een paar grote podiumtenten, eten en drinken, waarbij opvallend genoeg de drankjes gewoon in glazen worden geschonken (en er al die jaren nog nooit iets mis is gegaan, terwijl er kinderen met blote voeten rondrennen). Het publiek is nergens zo gevarieerd als hier – van babies tot hoogbejaard. En het repertoire is ook nergens zo gevarieerd, want folk wordt hier in de breedst mogelijke zin opgevat, van melancholieke wereldmuziek tot snoeiharde rock (waar misschien nog een vleug folk in te herkennen valt dankzij een verdwaalde viool). Van lokaal talent tot internationale supersterren. Sommigen komen om te luisteren, anderen komen om te dansen. Dat levert met name in de balfolktent soms opmerkelijke taferelen op, want daar spelen af en toe magnifieke bands waar maar een man of twintig echt intensief naar zitten te luisteren, terwijl de rest van het publiek alleen maar in het dansen is geïnteresseerd. De nuances en de subtiliteiten van de gespeelde composities ontgaan hun volledig, geconcentreerd als ze zijn op hun danspassen.
Topper van de eerste Folkwoodsdag, die om een uur of vijf van start ging, was het optreden van Seth Lakeman en zijn band. Lakeman speelt folk met een rock ‘n’ roll-houding, zou je kunnen zeggen, en hij speelt daarbij fantastisch viool, waarbij hij ook goed naar mannen als Steve Reich lijkt te hebben geluisterd, waardoor hij soms bijna hypnotiserende muziek maakte. Solo fiddlend en zingend maakte hij nog de meeste indruk, maar als de band dan weer rockend aanschoof werd het feest toch nog weer een slag completer. Kritische teksten, uitstekende songs, een mooi opgebouwd, zeer opwindend optreden, en deze eerste avond kon al niet meer stuk.
Daarvoor hadden we in de grote tent al kunnen genieten van de brabantse rock van Allez Soldaat – stevig, degelijk en aangenaam, maar met terugwerkende kracht wat verblekend bij Seth Lakeman en zijn band. De bands die na Lakeman kwamen, het Franse Lo Cepon en de Belgen van Faran Flad waren voor de liefhebbers van de traditionelere folk een meer dan uitstekende keus, maar als je wat avontuurlijker ingesteld bent waren ze wat aan de voorspelbare kant. Kwalitatief goed, maar iets te braaf, en te weinig eigen gezicht.
Seth Lakeman bleek overigens een ontzettend aardige vent te zijn, die helemaal overdonderd was door zijn eigen succes, ook wat overrompeld door al dat intensieve touren. Hij vertelde dat hij op een bepaald moment zelfs voor één enkel optreden naar Amerika gevlogen was. “Ik kwam terug en kon het zelf nog niet helemaal geloven en zei tegen mijn kat “I was in America!” (denk er even een Dartmoors accent bij en een hotellobby midden in de nacht) en mijn kat haalde haar schouders op en dacht waarschijnlijk “jij bent gek!”. In het busje van Folkwoods naar het hotel hoorden we de bandleden nog uitgebreid met elkaar praten over muziek en de ritmes van Paul Simon. Kijk, en dat is ook het mooie van Folkwoods – de artiesten zijn er ook nog benaderbaar.
Deze houten draak, middenop het festivalterrein, was meteen ook klim- en speeltoestel voor kinderen. Hij spuwde af en toe stoom en was vooral sfeerverhogend.