
hortusfestival - le boeuf sur le toit, 17 augustus 2010 - hortus ensemble
Het Hortus festival is op een aantal verschillende manieren een uniek festival. Om te beginnen is het een festival dat verspreid over zes weken doorloopt, waarbij een repertoire wordt aangeboord dat voor een deel niet vaak op de concertpodia te horen is. Daarnaast wordt er ook elk jaar een compositieopdracht aan een hedendaagse componist gegeven, waardoor de link met de muziek van nu gewaarborgd is.
Als je het festival een beetje volgt is er nog een ander aspect dat bewondering opwekt. Samensteller Maarten van Veen heeft namelijk niet alleen prachtig afgewogen avonden samengesteld, het festival in zijn geheel is ook uitstekend opgebouwd, en vormt een uitgebalanceerd geheel, zoals een perfect samengestelde cd dat kan zijn. Daar komt nog eens bij dat de musici allemaal topkwaliteit leveren, wat met dit soort muziek nog helemaal niet zo vanzelfsprekend is, want de klassieke muziek uit het fin-de-siècle is vaak licht, luchtig en buitengewoon swingend, en juist die swing hebben klassiek geschoolde muzikanten niet altijd even goed in de vingers.
Als je zag hoe klarinettiste Fleur Bouwer deze avond volledig in de cadans van de muziek stond te swingen dan wist je dat dit helemaal goed zat. Het speciaal door Maarten van Veen samengestelde Hortus Ensemble had meer verrassingen in petto, want zowel fluitspeler Raymond Honing als fagottist Jonathan Reeder speelden de sterren van de hemel. Hoboïst Peter Tabori had wat last van technische problemen door de uitzonderlijk hoge luchtvochtigheid, waardoor bij hem niet alles helemaal vlekkeloos verliep, maar ook dat hoort bij een live concert.
Maarten van Veen speelde piano, en ook hij wist de scherpte en puntigheid die vereist is voor deze sprankelende muziek perfect te pakken. En die muziek was ook nu weer prachtig, van de Joueurs de flûte van Albert Roussel, waar je de hele wereld doorheen kon horen waaien, via de Sonatine voor fluit en piano van Darius Milhaud tot en met de werkelijk schitterende sonate voor klarinet en fagot en de sonate voor hobo en piano van Francis Poulenc.
Le Boeuf sur le Toit was de naam van het restaurant in het Parijs van een eeuw geleden waar de muze Misia de scepter zwaaide, en waar de componisten die dit festival tot zo’n succes maken kind aan huis waren. De gelijknamige compositie van Darius Milhaud kregen we niet te horen op deze avond, maar de sfeer van de tijd was goed voelbaar. De tijd waarin de stoffigheid van de klassieke muziek werd weggeblazen en de invloed van de jazz doorklinkt. De pure, vitale energie van de periode is honderd jaar later nog steeds duidelijk voelbaar.
Na de pauze konden we genieten van Andante van een onvoltooid trio voor hobo, klarinet en fagot van Albert Roussel, het Trio d’anches voor hobo, klarinet en fagot van de voor mij onbekende maar verrassend goede Georges Auric en het Trio voor piano, hobo en fagot van Francis Poulenc.
Het mooie van het festival is niet alleen dat je steeds een avond lang zit te genieten van muziek die eigenlijk te onbekend is, maar dat je ook nieuwsgierig wordt naar meer muziek uit die periode. Mij overviel in ieder geval een soort gretigheid naar meer. We hebben dit jaar nog één avond voor de boeg, maar daarmee is de ontdekkingstocht die het festival heeft ingezet wat mij betreft nog lang niet afgelopen.