Er zijn niet zo veel schrijvers waar ik jaloers op ben, maar Erik Voermans is er een van. Dat komt doordat hij doet wat ik ook graag wil doen, namelijk mensen enthousiast maken voor de muziek waar hij van houdt. Alleen heeft Voermans veel meer verstand van muziek dan ik, en kan hij ook nog eens veel beter schrijven, veel effectiever ook, met name – als je een stukje van Voermans leest wil je altijd de muziek horen waar hij het over heeft. Lees maar eens een van zijn columns, die je tegenwoordig op zijn blog Eerste hulp bij klassieke muziek kunt inzien. Hij geeft je altijd zin in muziek, en dat is bijzonderder dan je geneigd bent te denken.

Voermans is, naast muziekjournalist voor het Parool, ook gitarist, en een hele goed ook, zoals we al eens konden constateren toen hij het album Nocturnal Ghost Songs had opgenomen met trompettist Eric Vloeimans, of toen hij Lucebert, die zijn eigen gedichten voordroeg, van een muzikaal bed voorzag dat wonderbaarlijk goed werkte – Lucebert werd er bijna een jazz-zanger van.

En nu is Voermans aan het componeren geslagen en ligt er Still, een album met een gevarieerd aantal stukken waarin de hele twintigste eeuw langs lijkt te komen op een manier die doet denken aan de manier waarop folkzangers oude liedjes oppakten om er hun volstrekt eigen ding mee te doen. Zo lijkt Voermans hier een buiging te maken naar een aantal grote componisten van de afgelopen halve eeuw, en worden ze met een knipoog in zijn stukken geciteerd.

Dat begint wat mij betreft al met de eerste noten van het eerste stuk, The pale faced man in the dark suit, die sterk doen denken aan de felle klap waarmee Stockhausen ooit bij mij binnenkwam met het stuk Telemusik. Voermans geeft in verhouding alleen maar een felle tik op de tafel, maar het effect is hetzelfde – je zit als luisteraar meteen met volle aandacht te luisteren. En die aandacht weet Voermans het hele album lang vol te houden, of hij zich door Zappa laat inspireren – If trees had blue hair they would be girls ademt dankzij de marimba’s helemaal de sfeer van Uncle Meat uit –  of door Takemitsu, Voermans maakt er zijn geheel eigen muziek van die spannend is van begin tot eind.

Ook een compositie als Still, Part II, die ruim een half uur duurt en waarin heel weinig lijkt te gebeuren, weet Voermans door het exact goed plaatsen van de juiste accenten een ongehoorde spanning te geven waardoor je als luisteraar dat volle half uur op het puntje van je stoel zit. Knap.
Ik kan over nog veel meer composities uitweiden, maar ik stel voor om het album gewoon aan te schaffen, de tekst van Bas van Putten in het boekje te lezen voor verdere informatie en vooral te genieten van ruim een uur magnifieke hedendaagse muziek die overal en nergens te plaatsen valt en juist daarom wat mij betreft een absolute aanrader is. Want Voermans lijkt de hele moderne componistentraditie verwerkt te hebben en daar iets geheel eigens mee te hebben gemaakt dat niet alleen uniek is, maar dat ook een uitgebalanceerd, wonderlijk spannend en vooral ook mooi album opleverde. Een absolute aanrader.

Luister hier naar een paar fragmenten (ja, ik weet het, bij dit soort muziek is het bijna een doodzonde om er zomaar een fragment uit te knippen, maar je krijgt toch een beetje een idee):