
rhythm & bluesnight - 2013
De Rhythm & Blues Night, het kleine jaarlijkse festival in de Oosterpoort in Groningen, heeft naast een paar publiekstrekkers altijd wel een paar mooie verrassingen in petto, en dat was dit jaar ook zo. Wij hebben dit jaar een verslag dat ook iets anders is dan anders, want fotograaf Jip Moors liep mee, en maakte een groot aantal fantastische foto’s waarvan we je op deze pagina al een klein voorproefje geven, maar die we hier apart in een galerie nog eens uitgebreid per uur presenteren om een sfeerimpressie van het festival te geven.
- 20.00 – 21.00 uur – foto’s van Israel Nash Gripka, Bhi Bhiman en Khalif Wailin’ Walter
- 21.00 – 22.00 uur – foto’s van The James Hunter Six en Karen Lovely
- 22.00 – 23.00 uur – foto’s van Daniel Norgren, Atri N’Assouf en Hans van Lier & The Sidekicks
- 23.00 – 00.00 uur – foto’s van The Delta Saints en Betty Wright
- 00.00 – 01.00 uur – foto’s van The Paladins, Rosanne Cash en Son of Dave
- 01.00 – 02.00 uur – foto’s van Larry & his Flask en Popa Chubby
- 02.00 – 03.00 uur – foto’s van Rev Peyton’s Big Damn Band, Slim Cessna’s Autoclub en King of the World
- 20.00 – 03.00 uur – alle andere foto’s
Het was druk, maar niet hinderlijk druk, het publiek was zeer gevarieerd en uiterst aangenaam, er waren vijf podia, elke act mocht een uur spelen, en per uur kon je kiezen tussen twee of drie podia, en dit jaar was het programma perfect in elkaar gestoken, want wij hebben ons werkelijk geen moment verveeld. We lopen het programma uur voor uur met je langs.
Khalif Wailin’ Walter
Waar hij die twee saxofonisten vandaan had weet ik niet – de een heette Günther, de ander Wladimir, maar ze speelden heerlijk vet en ouderwets funky. Khalif Wailin’ Walter bleek een strakke, goede gitarist en een voortreffelijke, James Brown-achtige zanger, met soms wat al te banale teksten, geheel in de Louis Jordan-traditie, zullen we maar zeggen. De bassax lijkt weer helemaal terug, want die domineerde hier in de saxpartijen op een lekkere manier. Een onderkoelde bassist en een retestrakke, gretige jonge drummer completeerden deze fantastische band die voor een vliegende start zorgde in de foyer.
In de kleine zaal stond ondertussen Israel Nash Gripka met een ondersteunende gitarist – Gripka is een voortreffelijke New Yorkse singer/songwriter die het live ook meer dan voortreffelijk doet, maar tegen het geweld van Khalif Wailin’ Walter was hij toch niet opgewassen, en dat gold ook voor de wat al te brave Bhi Bhiman, die in de Binnenzaal zijn vrij ingetogen bluesfolkliedjes bracht. Ook uitstekend in zijn soort, maar beter op zijn plek voor een aandachtig luisterend publiek dan op een festival waar iedereen continu in een uit loopt.
Israel Nash Gripka
The James Hunter Six en Karen Lovely
In de grote zaal stond James Hunter met een geweldige, ouderwets strak klinkende rhythm & bluesband. Hunter is een fantastische zanger, en de band was meer dan dik in orde, met een geweldige organist op zo’n ouderwets vetklinkend orgel, een staande bas, maar toch alles bij elkaar een stevig strak rock-geluid. Topklasse.
In de entreehal wist Karen Lovely, ook al iets ouder, het publiek met haar rauwe blueszang perfect te bespelen. Ook hier weer een jonge, strakke, gretige drummer, een oudere, uitstekende, felspelende gitarist en een jonge vrouwelijke elektrische bassiste die op een bepaald moment verraste toen ze ook even een paar coupletten zong, want dat was verrassend rauw en goed. Een geweldig concert.
The James Hunter Six
Daniel Norgren
Het derde uur was eigenlijk voor de Groninger Hans van Lier en zijn Sidekicks, die in de foyer met hun bluesrock de boel op zijn kop zetten, of anders voor de woestijnblues van Atri N’Assouf in de kleine zaal. Maar die laatste viel wat tegen, niet alleen omdat hij zich zo nodig in traditionele Touaregkledij moest presenteren (ik ben nooit zo dol op musici in klederdracht), maar ook doordat we te veel aan echte grote kwaliteit uit die contreien langs hebben zien komen de laatste jaren. Dit was een aardig uurtje entertainment, maar muzikaal niet erg interessant.
Ik liep vervolgens langs de Sidekicks om even een blik te werpen op de voor mij onbekende Daniel Norgren, waar de zaal leek leeg te lopen. Maar eenmaal binnen bleek dit het beste concert van de avond te worden. Norgren bleek een mannelijk duo te zijn dat haar nummers mooi opbouwde, met mooie samenzang, geweldig gitaarspel en mooi akoestisch baswerk. Misschien wat te subtiel voor het doorsnee festivalpubliek, maar subliem!
Atri N’Assouf
The Delta Saints
In de grote zaal wist ster-vedette Betty Wright met haar glitterkostuum en charmeoffensief het publiek volledig in te pakken. Ze had een ruimbemeten en uitstekende band om zich heen staan, plus drie voortreffelijke achtergrondzangeressen, dus de liefhebbers van discosoul kwamen hier volledig aan hun trekken. Dat Wright al een dikke veertig jaar op het podium staat was haar niet aan te zien, maar de ervaring kon je er wel aan aflezen – we zagen hier een echte professional aan het werk, een topentertainer.
Ondertussen wisten de Delta Saints in de entreehal een iets kleiner publiek nog veel enthousiaster te krijgen met hun gepassioneerde, felle bluesrock, waar ze wat southern rock, bluegrass en nog het een en ander doorheen geroerd hadden. Een felle, strakke band, een genot om naar te luisteren en naar te kijken. Drie van de mannen stonden overigens op blote voeten te spelen. Ook weer een van de topconcerten van de avond.
Betty Wright
The Paladins
Het vijfde uur was nog het minste, al is dat relatief te noemen, want in de binnenzaal zat Son of Dave in zijn eentje toch wel verrassende dingen te doen met behulp van een loopmachine – verrassend en funky, maar niet verrassend genoeg om een uur lang te boeien. De enige act van het hele festival die echt serieus tegenviel was Rosanne Cash, die hier met een gitarist/zanger aantrad, maar die ronduit vals zong, en met zijn tweeën zongen ze nog een slag valser. Tenenkrommend. The Paladins stonden in de foyer om op een ouderwetse manier alles goed te maken met een aanstekelijke vorm van rockabilly, waar ze wat jazz, blues en rock doormengden. Oudere heren met vetkuiven en heerlijke muziek, die met een glimlach werd gebracht, meer hoeven we daar niet over te zeggen.
Rosanne Cash
Larry & His Flask
Popa Chubby was de grote publiekstrekker van het festival en zat daarom met zijn band in de grote zaal, maar met een botte drummer en slordige bassist maakte hij al niet veel indruk. Het gitaarspel van Popa, die overigens meer dan alleen maar “chubby” (mollig) is, was vooral erg hard en snerpend. Toen hij Hey Joe met zijn lompe aanpak finaal de nek omgedraaid had hield ik het voor gezien om vervolgens zeer aangenaam verrast te worden door Larry & His Flask, een band van punk-bluegrassers die de entreehal volledig op de kop zetten. Volledig ontregelde ADHD-ers op speed waar je met open mond naar kon zitten kijken, maar wel een band met een paar waanzinnig goede zangers en een paar uitstekende multi-instrumentalisten. Staande bas, banjo, maar ook tuba, trombone en gitaar, alles in een werkelijk waanzinnige show met een onverwachte beheersing. Krankzinnig goed!
Popa Chubby
Big Damn Band
In de kleine zaal werd het festival afgesloten door King of the World, een doorsnee bluesrockband die een doorsneeconcert gaf, braaf en vrij vlak. In de foyer was er ondertussen een merkwaardige band aan het spelen, waarbij ik het gevoel had dat het misschien maar goed was dat ik de teksten van Slim Cessna’s Autoclub niet verstond, want de bassist had een devoot portret van Maria op zijn gitaar en de zangers gingen geregeld op de knieën. Donkere countryfolk, met wat blues en rock erdoorgeroerd. Bijzonder. In de binnenzaal was tegelijkertijd een opmerkelijk trio aan het spelen, Rev Peyton’s Big Damn Band, bestaande uit een drummer, een dame met een wasbord en wat percussie voor haar buik en een bebaarde gitarist en zanger. De gitarist zorgde eigenlijk voor het “Big Damn Band”-geluid, want hij speelde knap met de duim bas en met de rest van zijn vingers de andere partijen. Countryblues van de rauwere soort. Een mooie afsluiter van een zeer geslaagd festival, met een paar fraaie verrassingen.
Rev Peyton
Khalif Wailin’ Walter.
De bassist van The Paladins
The Delta Saints hadden een geweldige mondharmonicaspeler…
Larry & The Flask…