Op het Festival International in Louisiana veroorzaakte een optreden van de jonge folkgroep The Mammals nogal wat opwinding. De groep had een eerste optreden afgesloten met het behoorlijk kritische nummer The Bush Boys, en daar waren maar liefst zeventien protesttelefoontjes op gekomen, waarna de festivalleiding de Mammals verzocht het nummer niet weer te spelen, omdat “het festival gaat over het bouwen van eenheid, niet over politiek gesteggel”, aldus de festivalleiding. Dat leverde vervolgens een pittige discussie op over de vrijheid van meningsuiting en censuur. De Mammals, die normaalgesproken de gewoonte hebben op hetzelfde festival nooit een nummer twee keer te spelen, zegden toe The Bush Boys niet meer te zullen spelen, maar konden niet beloven dat ze geen liedjes met een politieke strekking meer zouden spelen, en ze zeiden dat de teksten tussen de nummers door soms ook een kritische politieke lading konden hebben.

Het festival beweert dat er geen sprake is van censuur, maar dat “het bevorderen van eenheid” nu eenmaal de missie is van dit festival. Contracten zullen in de toekomst dan ook richting die missie worden aangepast. In hoeverre de vrijheid van meningsuiting hierbij in het geding is zal de toekomst moeten uitwijzen.

The Mammals is een pittige jonge folkband met teksten in de traditie van Woody Guthry en Pete Seeger. Die teksten worden verpakt in muziek die stevig geworteld is in traditionele folk, terwijl er tegelijkertijd elementen in te vinden zijn uit de muziek van nu. Zo sluit hun album Evolver af met het lange Industrial Park, waarin we onder meer de oude Pete Seeger een parlando tekst horen uitspreken, begeleid door banjo’s, een scheurende gitaar en industrial stampende ritmes.

Ruth Ungar is de dochter van fiddler Jay Ungar en zangeres Lyn Hardy.  Tao Rodriguez is de kleinzoon van Pete Seeger die met zijn opa al de halve wereld heeft rondgetourd toen deze wat muzikale ondersteuning wel kon gebruiken. Het is dus geen wonder dat The Mammals werken in de traditie van Seeger en Guthrie, en dat ze hun linkse boodschap in een eigentijds folkjasje gieten. Michael Merenda completeert de kern van deze band, waar sinds de vorige cd nog een drummer en een bassist aan zijn toegevoegd. Een aanwinst, want deze sterke, alerte ritmesectie versterkt het energieke karakter van de band aanzienlijk. Merenda is de meer ingetogen zanger van de drie, al kan Ungar ook zeer mooi ballads zingen. Maar wat de groep echt interessant maakt is dat ze ook volledig los kunnen gaan. Ruth Ungar gooit al zingend en vioolspelend regelmatig alle remmen los en dat werkt voor dit soort muziek ongehoord bevrijdend. Haar gretigheid en energie lijken de rest van de band ook op te zwepen, waardoor je soms met open mond zit te luisteren. Bovendien durven ze ook instrumentaal te experimenteren, en dat pakt zeer goed en verrassend uit. Als je bijvoorbeeld nog steeds denkt dat de banjo een wat suf muziekinstrument is moet je hier absoluut eens naar luisteren. De combinatie van banjo met de Hammond B3 is op papier misschien saai, maar klinkt hier schitterend, en dat is maar één voorbeeld. En daarnaast blijft het een verademing om een Amerikaanse band een zeer kritisch nummer als The Bush Boys te horen zingen.

  • The Mammals – Evolver – HAM004
  • The Mammals – Rock That Babe – SIG1284