Peter Kalb ging in Spanje leren om de flamencogitaar te spelen, en kreeg daar de naam El Periquín, wat eigenlijk zoveel betekent als Petertje. Maar het is een mooie naam voor een flamencogitarist, dus als El Periquín maakte Kalb al een behoorlijk aantal magnifieke albums. Voor het eerst zet hij nu zijn eigen naam op het hoesje van een nieuw album, met klassieke impressies.

Het gaat om een verzameling klassiekers uit een breed spectrum, van de Seguedille uit Bizet’s Carmen, die hier door Kalb buitengewoon fijnzinnig en subtiel wordt gespeeld (en precies mooi goed overigens) tot een vioolsonate van Bach die hij zelf voor gitaar arrangeerde. Maar de meeste composities komen uit de klassiekers van de wereldmuziek, om het zo maar te zeggen – veel uit de flamencohoek, zoals Manuel de Falla of Agustin Barrios, maar ook een Pool als Andrzej Kurylewiscz en de Vals Venezolano van Antonio Lauro.

Het album duurt bij elkaar nog geen half uur, maar de muziek is zo intens, en als je zit te luisteren wordt je zo overweldigd door alle subtiele details en de finesse van het spel en de arrangementen, dat het veel langer lijkt te duren. Een magnifiek pareltje dat bij elke draaibeurt weer wat geheimen prijsgeeft. Mooi mooi.

Luister hier naar een paar fragmenten;