Isabelle de Spoelberch was al op jonge leeftijd verknocht aan de harp, en daardoor ook aan Keltische en middeleeuwse muziek. Dat ging al snel verder, want het avontuur lokte, op muzikaal gebied, en zo ligt er nu een dubbele debuut-cd waarin de harp weliswaar de rode draad vormt, maar waarin andere instrumenten en stemmen het vaak volledig overnemen.

Zo ben ik telkens volledig verkocht als de duduk van Vardan Hovanissian klinkt – ik heb lang gedacht dat de klarinet het melancholiekste en klagerigste blaasinstrument was, maar van de duduk van Hovanissian krijg ik vaker een brok in de keel. Man man, wat kan die man prachtig spelen, en eigenlijk is De Spoelberch er in de improvisaties met harp en duduk niet helemaal klaar voor – ze mist dan finesse en subtiliteit.

Maar wat De Spoelberch hier wel voor elkaar gekregen heeft op deze twee albums, is de samenwerking van twaalf musici uit zeven verschillende landen, die samen een wonderbaarlijke, sublieme vorm van wereldfusie maken waar je alleen maar hoop uit kunt putten – iedereen die denkt dat de multiculturele samenleving mislukt is en dat de grenzen dicht moeten, zou eens naar deze muziek moeten luisteren, want deze musici luisteren echt naar elkaar en maken samen verbluffend mooie, nieuwe muziek die laat horen dat het samenwerken van verschillende culturen alleen maar verrijkend is.

En misschien is het de duduk van Vardan Hovanissian wel, waardoor ik wat emotioneler dan anders word, maar luister naar deze muziek, en je kunt er niet omheen: de wereld heeft alle kleuren, en daar wordt hij alleen maar heel veel mooier van!

Luister hier naar een paar fragmenten: