margery sharp het meisje in de luipaardvelbroek 1
Het Meisje in de Luipaardvelbroek
(The Girl in the Leopard-skin pants)
Toen het meisje in de luipaardvelbroek, met haar luipaardvelbroek aan, de eetzaal binnenkwam, gingen alle mannelijke ogen omhoog. Ook menig oog van een echtgenote, om te kijken hoe de hoofdkelner met haar af zou rekenen. Bij het diner, in dat aardige hotel op een eiland een half uur vliegen van Athene, was bij het avondeten een rok voorgeschreven.
Het was echt een erg aangenaam hotel. Aangename academische stellen uit Cambridge, Massachussetts en Oxford, Engeland raadden het elkaar steevast aan. Ongehuwde dochters vergezelden hun vaak; oudere ongehuwde dames kwamen in paren. (Het register liet een duidelijk overgewicht aan de vrouwelijke kant zien.) Het was zo’n aangenaam, schilderachtig, ouderwets hotel dat het niet eens een lift had – maar wie kon dat wat schelen als je uit je raam een magische blik kon werpen op een wijn-donkere zee? Want er was geen gast die niet de juiste citaten van Keats of Homerus paraat had – behalve het meisje in de luipaardvelbroek.
Hij was natuurlijk niet echt gevild, maar van gedrukte stof. Stretch. Hij omsloot met extreme zorgvuldigheid haar kleine, stevige achterwerk… Op haar bovenste helft, over een minieme bh die paste bij de broek, had ze tenminste het fatsoen gehad een geel zijden hemdje aan te trekken, al was dat misschien alleen omdat bij het vallen van de avond de temperatuur wat gezakt was? In ieder geval, ze liep nog steeds in een broek, en hoewel de regel tegen broeken niet echt opgeschreven stond (zoals de regel dat je niet meer dan één bad per dag nam), werd hij universeel gerespecteerd.
“Mademoiselle – Signorina – Miss”, verontschuldigde de hoofdkelner zich, “in het restaurant, tijdens het diner, verzoekt de hotelleiding de dames om een rok te dragen…”
“Die heb ik niet”, zei het meisje gewoon.
Het klopte dat ze die ochtend uit het vliegtuig gestapt was met een lange broek aan, maar dat gold ook voor een aantal van de andere vrouwen die nu in dirndls zaten die overgebleven waren van Salzburg of in zelfgemaakte kaftans. Geen van hun was echter in staat zo’n strak en onderhoudend achterwerk te laten zien.
“Als ik ga zitten zie je er niets van”, voegde het meisje toe, “toch?”
“Het spijt me, miss”, zei de hoofdkelner, met ongewoon veel gevoel in zijn stem, “maar het management meent het serieus. In de snackbar kunt u altijd sandwiches krijgen…”
Het meisje in de luipaardvelbroek snoof – niet als voordat je in tranen uitbarst, maar naar de geur van de moussaka die net opgediend werd. Ze snoof net zo brutaal en smachtend als een straatjongen voor een bakkerswinkel, voordat ze zich droevig omdraaide en wegliep.
De stilte die volgde had een gemengde kwaliteit; net als de commentaren die de stilte braken. “”Heel goed!” mompelde Mrs Pevensey (Oxford.) “Waarom voel ik dan een waarschijnlijk irrationeel gevoel van schuld?” mopperde haar echtgenoot. “Het arme ding!” riep de vriendelijke Mrs Powell (Cambridge) uit, “Ik hoop alleen dat ze een dubbeldekker krijgt.” “Gehakte ham op roggebrood, met roerei bovenop”, verklaarde Professor Powell, terwijl hij zijn moussaka over zijn bord heen en weer schoof. “Hoe ze hier ooit gekomen is – ” mompelde de ene oude vrijster tegen de andere. En wat betreft Professor René Leclerc (uit Montreal), hij sloot eenvoudig zijn ogen om het beeld van het meisje in de luipaardvelbroek dat wegliep zo lang mogelijk vast te houden. Zijn vrouw, ook Frans-Canadees, lachte alleen maar.
Margery Sharp is een schrijfster die vooral bekend geworden is doordat Disney een paar van haar kinderboeken heeft gebruikt om er tekenfilms van te maken, maar de boeken rond De Reddertjes, of The Rescuers, zoals ze in het Engels heten, zijn eindeloos veel leuker dan de films. Toch zijn haar boeken, ook haar kinderboeken, vrijwel vergeten. Dat is jammer, want Sharp was een van de sterkste Britse auteurs van de twintigste eeuw, en wat mij betreft is het hoog rijd dat ze herontdekt wordt. Met name haar Martha-cyclus is geweldig, maar eigenlijk is elk boek van haar een aanrader.
Sharp schreef ook veel korte verhalen, die nauwelijks verzameld zijn – er is één bundel verschenen, The Lost Chapel Picnic & Other Stories, met twaalf van haar verhalen, en twee Duitse verzamelbundels, waar merkwaardig genoeg nog een paar andere verhalen van haar in te vinden zijn. Van die verhalen ga ik er nu eentje vertalen, vooral omdat ik het een schande vind dat er vrijwel niets van haar in het Nederlands vertaald is, en al helemaal geen korte verhalen. The Girl in the Leopard Skin Pants verscheen in 1969 in Woman’s Journal, McCall’s Magazine en in het Zuid-Afrikaanse INPRA in Kaapstad, wat pikant is, want dit is feitelijk een heel mooi subtiel anti-apartheidsverhaal.
Ik breng het verhaal, omdat Sharp het ook in kleine hoofdstukjes heeft opgedeeld, als feuilleton. Dit is deel 1.