
hong yingming's diepzinnige woorden die zich voeden aan de bron 96 tot en met 100 vertaald door ruud moors
96
Als een familielid een fout maakt is het niet passend om in razernij te ontsteken, maar je mag het ook niet met de mantel der liefde bedekken. Als het moeilijk is om die fout te benoemen dien je gebruik te maken van milde spot. Als het dan nog niet begrepen wordt dien je geduld te hebben totdat er een moment komt dat het opnieuw ter sprake gebracht kan worden zodat het, als het ware, als een warm lentebriesje het ijs van de winter kan doen smelten. Zo kun je op een zachte vreedzame manier de kou uit de lucht halen en een goed voorbeeld voor je familieleden zijn.
97
Als je de gewoonte hebt tevreden te zijn met wat er is, zal je bestaan in de wereld zonder tekortkomingen zijn. Als je de gewoonte hebt, in alle rust, je tolerant en ontspannen op te stellen, hoef je niet bezorgd te zijn voor de gevoelens die mensen ten opzichte van je hebben.
98
Een geleerde die zich als een kluizenaar terugtrekt, roept een grote jaloezie op bij degenen die onzeker zijn over hun eigen positie in de maatschappij. Degene die in staat is zichzelf te beheersen en daardoor zichzelf verbetert, roept daardoor de jaloezie op van degenen die zich door willekeur laten leiden.
Een eervol mens zal zich daardoor niet in het minst laten beïnvloeden en verandert zijn houding ten opzichte van zijn levenspad niet, maar zal net zo min stekeligheden uitdelen aan degenen die jaloers op hem of haar zijn.
99
Als je bij een arts plaatsneemt om een ziekte die je getroffen heeft te genezen, zal in je lichaam met stenen acupunctuurnaalden worden geprikt om je te genezen. Die naalden moeten dan eerst met een slijpsteen worden geslepen, zodat je ze vrijwel niet voelt. Door het gebruik van die naalden wordt de toestand in je lichaam verbeterd. Dat is alsof je je, met de blik vooruit, overgeeft aan een leger soldaten met zwaarden, slagwapens en speren, zonder dat dat je aard aantast en zelfs zonder dat je er iets van merkt.
100
Als je je leven lang opgroeit in een rijke en bevoorrechte omgeving, kun je zo verslaafd raken aan begeerte en lust, macht en invloed, dat dat in je brandt als een hevig vuur. Als je je dan niet laat leiden door eerlijkheid en oprechtheid, maar wel door koude onverschilligheid, dan zul je niet alleen jezelf, maar ook je medemensen verteren door dat felle vuur. Dat is zo helder als wat.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: