136

 

Je mag jezelf niet toestaan om je ook maar in het minst onverantwoordelijk en onverdienstelijk te gedragen, omdat je daarmee het koesteren van luiheid tot maatstaf maakt.

Je mag je voorkeuren en vijandelijke gevoelens ten opzichte van je medemensen niet al te duidelijk tonen, omdat je daarmee een deel van die mensen op een te grote afstand zet waardoor ze zich van je af zullen keren.

 

137

 

Het is niet zonder risico om je te laten voorstaan op je hoge maatschappelijke positie. Je raakt uit balans als je altijd maar weer wilt laten zien hoe perfect je zaken tot een goed einde weet te brengen. Ook een vriendschappelijke houding kan maar beter niet overdreven worden, omdat dat uitnodigt tot laster en kwaadsprekerij.

 

138

 

Probeer je slechte daden niet te verbergen en schep niet over je goede daden op.

Als je slechte daden duidelijk zichtbaar zijn, dan zijn de gevolgen gemakkelijk op te lossen. Als je je slechte daden verborgen weet te houden, dan zullen de gevolgen rampzalig zijn.

Als je je goede daden duidelijk zichtbaar maakt, dan is de verdienstelijkheid daarvan gering. Als je je goede daden verborgen houdt, dan is de verdienstelijkheid daarvan groot.

 

139

 

Deugd is de meester van bekwaamheid. Bekwaamheid is de dienaar van deugd. Als je met je bekwaamheid de deugd niet dient dan is dat alsof je een huishouden probeert te bestieren waarbij alle verantwoordelijkheid bij de dienaren ligt en de familie niets te zeggen heeft. Hoe zou dat niet tot chaos en wanorde kunnen leiden?

 

140

 

Als je wilt voorkomen dat onbetrouwbare ambtenaren zichzelf kunnen bevoordelen door middel van verraad, dan is het belangrijk dat je hen op een afstand plaatst. Maar als je er voor zorgt dat ze geen kant op kunnen, dan is dat alsof je ratten geen uitweg biedt door ze op te sluiten in hun nest. Dan kunnen ze niet anders dan zich, dwars door alles heen, een weg naar buiten knagen, waarbij er een enorme schade wordt aangericht.