176

 

Als je commentaar geeft op zaken die een ander behandelt, dien je behoedzaam te zijn in het overwegen van de voordelen en nadelen die dat heeft ten opzichte van jezelf.

Als je de taak op je hebt genomen om die zaken tot een goed einde te brengen, dien je te aanvaarden dat je niet mag overwegen wat de nadelen en voordelen voor jezelf zouden kunnen zijn.

 

177

 

Een geleerde van aanzien die een machtige positie inneemt zal, in het uitoefenen van zijn macht, op een strenge doch rechtvaardige wijze de juiste weg moeten zien te bewandelen. Daarom zal diegene in hart en ziel vredelievend en zachtaardig moeten zijn. Die geleerde zal zich op geen enkel moment mogen aanpassen aan, of intiem mogen worden met diegenen die alleen hun eigenbelang nastreven, maar moet zich ook weer niet te extreem van hen afkeren, omdat hij hen anders prikkelt om hem, zoals schorpioenen doen, te vergiftigen.

 

178

 

Als je moraal, zedelijkheid en rechtvaardigheid aanprijst, zul je moeten aanvaarden dat je door middel van je eigen moraal, zedelijkheid en rechtvaardigheid zult worden belasterd.

Als je je laat voorstaan op je kennis van Dao, zul je, juist vanwege het je laten voorstaan op die kennis, vooral ergernis oproepen.

Dat is waarom een verstandig mens zich niet inlaat met kwade zaken, niet bezig is met het nastreven van een reputatie van welwillendheid, maar op een natuurlijke manier zijn levensenergie op een correcte, zachtaardige manier gebruikt en in staat is om zijn plaats in het bestaan op de juiste waarde in te schatten.

 

179

 

Als je een bedrieger of oplichter ontmoet, probeer diegene dan met een oprecht hart in het gemoed te raken.

Als je een wreed en pervers mens ontmoet, probeer diegene dan te beïnvloeden door je levensenergie op zachtheid en vredelievendheid te richten.

Als je iemand ontmoet die zelfzuchtig en oneerlijk is, spoor die persoon dan aan om zichzelf te corrigeren door gebruik te maken van zijn verlangen naar een reputatie van rechtvaardigheid en stop al je energie in het voorleven van de juiste morele en zedelijke houding.

Hoe zou de wereld zich dan niet willen conformeren aan je deugdzame houding en geraakt worden door je goede eigenschappen!

 

180

 

Een welwillende gedachte is de grondslag van een vredelievende moraal. Een zuiver hart, hoe klein ook, kan een helderheid verspreiden die er voor zorgt dat eerlijkheid en oprechtheid van generatie op generatie worden doorgegeven.