206

 

Beschouw je medemensen met een open blik. Luister met een open oor naar wat er gezegd wordt. Aanvaard emoties met een open gemoed. En denk logisch na met een open hart.

 

207

 

Een welwillend mens heeft een ruimdenkend hart en wekt daardoor, voor lange tijd, veel voorspoed op. Alles wat zo iemand doet, wordt ruimhartig tot een goed einde gebracht. Een onwelwillend mens probeert, op een kortzichtige wijze, zijn eigen zin door te drukken om zichzelf op een gemakzuchtige wijze te verrijken. Daardoor schiet die persoon in alles wat diegene doet tekort.

 

208

 

Als je geïnformeerd wordt over het misdadige gedrag dat iemand vertoond zou hebben, ga er dan niet automatisch van uit dat die persoon niet deugt. Het is goed mogelijk dat iemand die met die  persoon nog een appeltje te schillen heeft, achter diens rug om, met kwaadwillende bedoelingen, diegene ten onrechte beschuldigt.

Als je geïnformeerd wordt over het welwillende gedrag dat iemand vertoond zou hebben, stel dan niet meteen je volledige vertrouwen in die persoon. Het is goed mogelijk dat je dan veel te veel vertrouwen stelt in iemand die uiteindelijk dat vertrouwen niet waard blijkt te zijn.

 

209

 

Als je niet zorgvuldig nadenkt omdat je een ongeduldig karakter hebt, zul je niets tot een goed einde brengen. Als je in je manier van doen kalm en bedaard bent en in alle rust nadenkt, zul je vanzelfsprekend veel geluk en voorspoed oproepen.

 

210

 

Als je met mensen omgaat kun je maar beter niet bitter en afwijzend zijn, omdat de mensen die nuttig voor je kunnen zijn anders zullen besluiten zich van je te verwijderen. Je moet ook niet proberen iedereen te vriend te houden, omdat je dan vooral veel valse vleiers zult aantrekken.