211

 

In tijden van storm en tegenwind zul je je onmiddellijk schrap zetten om zo te proberen je staande te houden, maar als alles rustig en kalm is, doe je je werk met een superieure blik in de ogen. Als de weg die je aflegt gevaarlijk en vol hindernissen is, kun je maar het beste, voor het te laat is, op je schreden terugkeren.

 

212

 

Als je, uit de grond van je hart, mensen wilt helpen door middel van rechtvaardigheid en de juiste morele en zedelijke houding, dan kun je dat niet doen door op een verontwaardigde manier met hen te redetwisten. Als je je, als geleerde, verdienstelijk wilt maken, doe je dat door op een bescheiden wijze deugdzaam te zijn en anderen niet te benijden omdat ze een grotere reputatie hebben dan jijzelf.

 

213

 

Als je, als geleerde, een belangrijk ambt bekleedt, moet je zorgvuldig overwegen of de mensen die je aanbevelingsbrieven geeft wel de juiste morele en zedelijke houding hebben, omdat je anders juist die mensen aan zult trekken die misbruik van je zullen maken, met de bedoeling daar zelf beter van te worden.

Als je een eenvoudig ambt in je geboortedorp gaat bekleden, kun je je niet hoog boven iedereen plaatsen. Dan zul je alle mensen op een vriendelijk manier tegemoet moeten treden en op een eerlijke en oprechte manier de oude banden met hen aanhalen.

 

214

 

Je dient respect te hebben voor mensen met een belangrijke positie, opdat je zelf niet gezien wordt als iemand die over het paard getild is. Je dient ook de mensen met een onbelangrijke positie met respect te behandelen, opdat je niet gezien wordt als een tirannieke pestkop.

 

215

 

Als zaken minder soepel lopen dan je zou willen, geef dan de mensen in je omgeving daar de schuld niet van. Je zult merken dat de verbittering dan vanzelf weer verdwijnt. Als het je moeilijk valt om dingen helder te krijgen, neem dan een voorbeeld aan de mensen in je omgeving die daar wel toe in staat zijn. Je zult merken dat je dan je geest daardoor vanzelf weer op een goede manier kunt laten functioneren.