
hong yingming's diepzinnige woorden die zich voeden aan de bron 31 tot en met 35
31
Als iemand tot een rijke en eervolle familie behoort, dan dient die persoon bijzonder trouw en eerlijk te zijn. Dan waakt diegene ervoor afgunstig of bot te zijn. Wat zegt het immers over iemands karakter als die persoon weliswaar tot een rijke en eervolle familie behoort, maar een gebrek aan bescheidenheid heeft? Hoe zou zo iemand van zijn vermogen kunnen genieten? Een mens die wijsheid heeft verkregen, dient dat te verbergen en er zeker niet over op te scheppen. Als je je op je wijsheid voor zou laten staan dan is dat dom, dwaas en verwarrend. Hoe zou zo iemand zichzelf niet kunnen kwijtraken?
32
Alleen iemand die ooit een lage positie heeft ingenomen, beseft het gevaar dat het innemen van een hoge positie met zich meebrengt. Alleen iemand die ooit in het duister geleefd heeft, beseft hoe helderheid vaagheid kan overwinnen. Alleen iemand die vrede en rust kent, weet zich zodanig in te spannen dat dat niet leidt tot een buitensporige vermoeidheid. Alleen iemand die de kunst van het zwijgen beheerst, weet te voorkomen over woorden te struikelen bij een lange spreekbeurt.
33
Als je de intentie hebt om, door middel van je verdienstelijkheid roem, rijkdom en achting te verkrijgen, kun je dat ook weer gemakkelijk verliezen. Als je de intentie hebt om in overeenstemming met Dao te leven, je geweten te volgen en welwillend en rechtvaardig te zijn, heb je de bekwaamheid om een wijs mens te worden.
34
Als je tot het uiterste gaat in je behoefte om rijkdom te vergaren, breng je daarmee schade toe aan je eigen hart. Je zou kunnen zeggen dat je daarmee je eigen hart verraadt. Als je je laat leiden door seksuele wellust, verhinder je je hart om in overeenstemming met Dao te zijn, omdat je daardoor, als het ware, een dikke haag als hindernis tussen jezelf en Dao plaatst.
35
Omdat het levenspad vol valkuilen zit, is het soms beter om pas op de plaats te maken. Als je niet in de gelegenheid bent om vooruit te gaan, is het soms beter om een stap terug te doen. Als je wel in de gelegenheid bent om vooruit te gaan, dien je je dienstbaar op te stellen en anderen de ruimte te geven door ze voorrang te verlenen.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: