lekker puzzelen...
De inleiding van Georges Perec’s Het leven, een gebruiksaanwijzing gaat over legpuzzels, en over de aantrekkelijkheid van een wat ingewikkelder puzzel. Nu wil het toeval dat ik lang geleden een groot aantal legpuzzels heb gemaakt, waarbij het de sport was de ene nog moeilijker te maken dan de andere.
De puzzelstukjes die je hier meteen rechts (en hierboven) ziet vormen samen een lachend hoofd, maar ze zijn zo uitgezaagd dat je aan de vorm weinig houvast hebt, terwijl ook de kleurvlakken meestal precies zo zijn uitgezaagd dat je niet weet waar je hem aan moet sluiten. Heel lastig dus.
Zo heb ik ook een foto van een bijenraat met allemaal bijen zo uitgezaagd dat je een doos vol losse bijen hebt. Je kon wel de witte randjes terugvinden, maar dan bleek hij nog steeds hels moeilijk te zijn.
Ook lastig was de puzzel waarbij precies de randen van de schaduwen verzaagd waren – hij leek eenvoudig (twintig vrij grote stukken), maar bleek erg moeilijk in elkaar te zetten.
De moeilijkste was de portretfoto die twee keer op een stuk triplex was geplakt (voor en achterkant), en vervolgens verzaagd, waardoor je nooit wist of je nou naar de voorkant of de achterkant van een puzzelstukje zat te kijken.
We laten hier nog wat voorbeelden zien van puzzels die moeilijker zijn dan ze lijken – bij al deze puzzels zie je overigens maar een deel van de stukjes.
Als je de bovenste puzzel in elkaar zet krijg je dit hoofd van Franz Xaver Messerschmidt te zien.