Spilar is een Vlaamse folkband die oude tot zeer oude volksliederen op haar volstrekt eigen eigenzinnige wijze nieuw leven inblaast. Dat betekent in de praktijk dat je aan de zang van Maarten en Eva Decombel kunt horen dat het oude liedjes zijn die ze zingen, want ook de manier van zingen is diep in de traditie geankerd. Maar dan komen daar de instrumentale arrangementen bij, en dan wordt het fascinerend, want Maarten Decombel speelt dan nog mandola en gitaar, Jeroen Geerinck speelt ook gitaar, maar ook synths, en de alomtegenwoordige en meer dan voortreffelijke Ward Dhoore speelt mandoline en ook synths, en tenslotte is er ook nog een drummer van de partij, Louis Favre, die op een subtiele, jazzy manier ook nog een extra laag aanbrengt in het totaalgeluid van de band.

Stormweere is een verbluffend album, want je vindt er een lied als Roosendaal, dat uit het Amsterdams Liedboek uit 1602 komt, maar ook een vertaling van een liedje van Jacques Brel, Pertank, en de bloedmooie uitvoering van een prachtig liedje van Willem Vermandere, Voor Marie-Louise. Maar ik ben vooral onder de indruk van de echt oude liedjes, die door Maarten Decombel naar het West-Vlaams zijn omgezet. En aan het eind van dit machtig mooie album, als we bij De Derde Man zijn aangekomen, laten ze ook nog eens horen dat ze eigenlijk nieteens stemmen nodig hebben, want dit adembenemend mooie instrumentaaltje is wat mij betreft de perfecte afsluiter van een toch al subliem album.

Luister hier naar een paar fragmentenb: