Furore is een volstrekt uniek, onregelmatig verschijnend tijdschrift, gemaakt door Piet Schreuders, die in dit blad onvoorstelbare diepgang combineert met superieur geouwehoer. Ongegeneerd jaagt Schreuders zijn obsessies na, zoals in het dertigste nummer het artikel “Stockholm door de ogen van WF Hermans” uitputtend bewijst. Pagina na pagina wordt elke stap die de schrijver van 21 juli tot en met 14 augustus 1960 in Stockholm heeft gezet nagegaan, en alles wat hij daar, al is het maar waarschijnlijk, gezien heeft, vastgelegd en opnieuw gefotografeerd. En hoe krankzinnig dat ook mag klinken, het levert wel degelijk een fascinerend stuk op van maar liefst 24 pagina’s, met foto’s en kaarten om je vingers bij af te likken. Schreuders noemt Furore niet voor niets “vakblad voor bijzaken”. En als je, net als ik, van mening bent dat zogenaamde bijzaken veel belangrijker zijn dan over het algemeen wordt aangenomen, ben je hier aan het juiste adres. Furore bestaat inmiddels vijftig jaar, en dit dertigste nummer is weer een tijdloze topper.
Furore nummer 30
Holly’s stempelgrafiek nummer 6423 is een mooi voorbeeld van kantelkunst, want hier verandert hol in bol als je gaat kantelen, en eigenlijk verandert er nog wel wat meer. Kijk er maar eens wat beter naar.
Holly’s stempelgrafiek nummer 6424 is misschien iets weerbarstiger, maar ook dit is weer een spel van suggestie en bedrog waar je wat langer naar moet kijken.
De server waar dit magazine op draait wordt begin volgende week verplaatst. Daardoor zal moors magazine een paar dagen uit de lucht zijn, waarschijnlijk van zondagmiddag tot en met woensdag. Dat je het maar weet…
De Amerikaanse singer/songwriter Kris Delmhorst maakt liedjes die ik heb moeten veroveren – ze lijken op het eerste gehoor niet echt spectaculair, maar zijn wel heel erg goed, en ze heeft een band die zorgt voor een geweldige begeleiding en geweldige arrangementen. Ook haar nieuwe album bevat weer de nodige intieme juweeltjes, die opnieuw door de band op een subtiele manier precies goed in een muzikaal bedje worden gelegd. Een absolute aanrader dus.
Kris Delmhorst – Ghosts in the Garden
Holly’s stempelgrafiek nummer 6421 is een mooi voorbeeld van wat een vriend van me kantelkunst noemde omdat het bij elke kanteling van perspectief verandert en je dus steeds opnieuw moet kijken hoe de zaak in elkaar zit.
Holly’s stempelgrafiek nummer 6422 is gemaakt om van een ruime afstand te bekijken, dan zie je pas de diepte die ik bedoeld heb. Kom je dichterbij, dan verdwijnt de magie meteen.
Juana Luna is een zangeres uit Buenos Aires die inmiddels de hele wereld rondgereisd heeft en met haar nieuwe album een ode wil brengen aan alle vrouwen net als haar op reis zijn gegaan in hun leven. En dan heeft ze het ook over haar eigen grootmoeders en overgrootmoeders. Ze draagt het album op aan “drifting dreamers everywhere”. De liedjes zijn prachtig, de arrangementen adembenemend mooi, en Luna kan met haar stem diep in je ziel doordringen. Een buitengewoon indrukwekkend album.
Juana Luna – Canciones en Blanco y Negro
Holly’s stempelgrafiek nummer 6419 is een spel van licht en schaduw, en een spel van optische illusies. Gemaakt met stempels die ik sneed uit de grootste olifantengummen van het Tsjechische merk Koh-i-noor Hardtmuth. Blijkbaar gumt niemand meer met die grote gummen, want ik ben nu helaas de allerlaatste exemplaren aan het versnijden.
Holly’s stempelgrafiek nummer 6420 is een spel van suggestie en bedrog – je ziet niet wat je misschien eerst denkt dat je ziet. Kijk maar eens wat langer dan verandert er ook het een en ander.
Trekzakvirtuoos Peter Pot, jazzbassist Philip Baumgarten en drummer en percussionist Freek Laban presenteerden eergisteren hun album No Sweat op dezelfde plek waar de muziek was opgenomen, wat voor het selecte publiek extra bijzonder was. Pot, die uit de folkhoek komt en op een bijzonder avontuurlijke manier de diatonische accordeon bespeelt (ook wel trekzak genoemd) en jazzbassist Philip Baumgarten spelen al meer dan dertig jaar samen en hebben inmiddels in meerdere bezettingen ook al zeven albums opgenomen, waarbij hun unieke stijl van folkjazz alleen maar groeit en beter wordt. No Sweat is opnieuw een instantklassieker, wat mij betreft, want zowel Pot als Baumgarten zijn wederom heerlijk op dreef met een ruime variatie aan composities, en drummer Laban blijkt een echte aanwinst. Een topalbum, voorliefhebbers van jazz en folk en van avontuurlijke muziek.
Pot Laban Baumgarten – No Sweat
Holly’s schilderijen 2025 nummer 17 is een mooi voorbeeld van op-art met een rafelrandje. Het is een ietwat weerbarstige, die even wat meer tijd nodig heeft, maar als je die tijd ervoor neemt is de beloning ook de moeite waard.
Het is bijzonder dat we in het noorden van Nederland een aantal topmusici hebben rondlopen, die het ene na het andere album maken dat van internationaal topniveau is, en dat ze zelfs in het noorden maar nauwelijks worden opgemerkt. Dat geldt voor iemand als Boelo Klat, maar zeker ook voor accordeonist Peter Pot en bassist Philip Baumgarten, die gisteren samen met drummer/percussionist Freek Laban een concert gaven voor een select publiek, terwijl ze grote zalen zouden moeten uitverkopen. Het kan toch niet waar zijn dat jazzliefhebbers alles wat maar een beetje naar folk neigt mijden als de pest en dat folkliefhebbers jazzhaters zijn? Er moeten toch genoeg muziekliefhebbers zijn met open oren die pure kwaliteit herkennen? Want Pot, Baumgarten en Laban maken unieke folkjazz waar ze wereldberoemd om zouden moeten zijn.
Pot, Laban, Baumgarten presenteerden hun album No Sweat.
Morgen meer over het album.
Voorouders aflevering 14 laat zien dat je soms maar een radertje bent in de geschiedenis, en dat je, als je een paar generaties teruggaat in de tijd, je je voorouders moet delen met heel veel anderen. In de veertiende aflevering in deze reeks filosofische en autobiografische essays vertelt Ruud Moors het verhaal van een vioolbouwer en zijn jongere vrouw.
Eadweard Muybridge begon als landschapsfotograaf, maar werd beroemd omdat hij wist vast te leggen hoe een paard in galop van de aarde loskomt. Hij was feitelijk de eerste die de tijd wist vast te leggen. Guy Delisle tekende zijn levensverhaal en tegelijkertijd de geschiedenis van de fotografie en de film, en dat leverde een geweldige, fascinerende graphic novel op.
Een fractie van een seconde – Het bewogen leven van Eadweard Muybridge.
Naast grafiek en schilderijen maak ik ook driedimensionaal werk – beelden dus, of sculptures, zoals de Britten dat zo mooi zeggen. Ik beperk mezelf tegenwoordig tot het maken van kleine prototypes. In dit geval ben ik weer eens geïnspireerd door de ouderwetse globe zoals die op een pootje al draaiend in menig studeerkamer te vinden was, alleen vervang ik hier de wereldbol door een van mijn beelden. In dit geval een bedrieglijk simpel rechthoekig glanzend zwart beeld in een matzwarte globehouder.
Holly’s globebeeld nummer 14
De Queeste is een stripreeks voor jongvolwassenen waarin allerlei sagen en legenden onderuit worden gehaald en naar onze tijd worden vertaald, waarbij hedendaagse problemen rond milieuvervuiling, de rolverdeling tussen man en vrouw en nog veel meer nadrukkelijk ter sprake komen. De strip is af en toe ook op een tenenkrommende manier humoristisch, want de hoofdrolspeler, Pelli, die een eeuwenoude queeste van zijn grootvader heeft overgenomen om het speurende beest te vinden, blijkt een speurder van niks te zijn die alle aanwijzingen volledig weet te negeren en die het beest dat op de pagina’s regelmatig te zien is volledig over het hoofd weet te zien.
De Queeste 2 De Visserskoning
We hebben er meer dan vijftien jaar op moeten wachten, want het vorige album, Viento del Desierto, van het virtuoze duo Jacco Müller en Victor Ghannam, de eerste op de flamencogitaar, de tweede op de oud en de qanun, dateert al van 2009. Hun unieke combinatie, waarbij ze de muziek uit Spanje met die van het Midden-Oosten op een volstrekt natuurlijke manier weten te combineren, alleen door hun snaarinstrumenten en percussie te gebruiken, is fenomenaal, toen al en nu nog steeds.
Jacco Müller & Victor Ghannam – Alhambra by Night
Het is me in de rug geschoten, vandaar de bescheiden afleveringen van dit magazine. Niet prettig.
Fiddle, banjo en contrabas, en wat elektronica, daar doet het weergaloze 3hattrio het mee. Ze maakten al eerder samen fenomenale, ingetogen albums met wat ze zelf Amerikaanse Woestijnmuziek noemen en hun instrumentale nieuwe album is een soort reünieplaat, want de drie mannen, die van verschillende achtergronden en leeftijden zijn, waaierden na de pandemie uit en wonen inmiddels op verschillende plekken in de Verenigde Staten. Ze troffen elkaar op de plek waar ze elkaar voor het eerst ontmoetten, in Zion National Park in Utah aan de rand van de woestijn en namen er een juweel van een album op.
3hattrio – Come Morning
Een Godverdomse Klootzak is de wat ongelukkige titel van een meeslepende Braziliaanse saga van scenarioschrijver Régis Loisel en tekenaar Olivier Pont, fabelachtig mooi ingekleurd door Francois Lapierre (dat laatste mag ook wel eens vermeld worden, vind ik). Deel 4, Het Ritueel is de geniale afsluiter van het vierluik, waarin de eenarmige klootzak zich nog eens van zijn slechtste kant laat zien en de andere hoofdrolspelers aan heel wat beproevingen worden blootgesteld. Geniale strip, meesterlijk getekend, absolute aanrader.
Een Godverdomse Klootzak 4 Het Ritueel